weinig talrijke fortartillerie en bedieningen voor de bestaande kan. van 15 cM. en 12 cM. L., alsmede de Br. kan. van 10 cM., welke laatste op den duur door moderne 10,5 cM. kan. voor het veldleger waren te vervangen. Nu moge het voor ons niet van rechtstreeksch belang zijn, hoe de Schr. de toepassing van het beginsel „concentratie van alle goede strijdkrachten op de hoofdzaak", op de artillerie in Neder land zich denkt, maar dat beginsel geldt voor ons even goed als overal elders en ook in dit tijdschrift is het vroeger al ter sprake gekomen Daarom hopen wij, dat ook ook bij ons eene nieuwe groepeering van het aanwezige materieel en per soneel zal voorkomen, dat een groot deel onzer artillerie werkeloos zal blijven toezien, wanneer het veldleger met de daarbij thans behoorende artillerie tegenover een mogelijk zeer overmachtigen tegenstander staat. Mocht het eenmaal zoover komen, dan is het logisch, dat de thans bestaande scheiding tusschen bereden en vestingartillerie kome te vervallen; immers, het grootste deel der artillerie is dan bij het veldleger ingedeeld en zijne een heden moeten dan op eenvormige wijze oefenen en strijden. In plaats van de nu nog bestaande inspecteurs der bereden- en der vestingartillerie is de inspecteur der artillerie, overeen komstig zijn titel, rechtstreeks, d. w. z. zonder tusschenschakel, belast met de opleiding van het wapen; dit blijve zijne hoofdtaak, waarbij hij zich voor de opleiding van het weinigje niet bij het veldleger ingedeelde kust- en fortartillerie door een hoofd officier als „onde/inspecteur" en voor het verrichten van zijne werkzaamheden als afdeelingschef van het D. v. O. door andere organen kan doen bijstaan. Kpt. Roldanus vervolgt aan de hand van een uitgewerkt voorbeeld zijne studie over het schieten der vestingartillerie Ad. Int. Mavors No. 5, Mei 1918. Kap. van den Akker vervolgt zijn artikel over „Het inrichten van en de strijd in de loopgraven" en behandelt thans mitrail leurnesten (zg. pill-boxes) en schijnopstellingen, waarbij een beschrijving van een te Ede met behulp van zodenmuren, balken, rails en dwarsliggers vervaardigd mitrailleurnest, met plattegrond en doorsnede. In verband met het toenemend gebruik van verkenningen uit vliegtuigen door middel van de photografie heeft het aanleggen van schijnopstellingen (loopgraven, verbin dingsgangen enz.) nog aan belang gewonnen. 817 Zie o.a. I. M.T., 1916, blz. 381, 489, 971, 1289.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 69