Veel zal hier afhangen van de persoonlijkheid van dien commandant, doch ook van het moreel der troepen en van het onderling vertrouwen tusschen infanterie en artillerie. Ook op de kwestie, of bij het opofferen der artillerie de kanonnen ge heel vernietigd, dan wel door het wegnemen van enkele deelen, als sluitstukken, opzetten, enz. slechts voor den vijand tijdelijk onbruikbaar gemaakt moeten worden, gaat Schr. wat nader in en vertelt o.a., dat bij de opleiding ook aandacht is te besteden aan de middelen tot het meer bruikbaar maken van veroverd vijandelijke geschut. Uit eigen ervaring geeft Schr. ten slotte enkele voorbeelden typisch is wel, dat de Roemenen, op een gegeven moment door een verrassenden aanval in het bezit gekomen van een onbe schadigde Duitsche batterij, dadelijk als deskundigen die batterij tegen de oorspronkelijke bezitters wisten te gebruiken, omdat zij gewend waren aan Krupp.-geschut, dat constructief zeer weinig van de veroverde stukken verschilde. Generaal Rohne schrijft over „Unabhangige Visierlinie der Feldkanone und unabhangige Zieleinrichting der Haubitzen" en geeft het verschil aan tusschen beide dikwijls met elkaar verwarde inrichtingen. Wat de eerste beteekent, zal onzen lezers wel niet nader uitgelegd behoeven te worden; van de laatste, zegt Schr.; is de bedoeling het richten onafhankelijk te doen zijn van het bij de meeste houwitsersystemen na elk schot noodzakelijke horizontaal stellen (ten behoeve van het laden). Schr. licht dit systeem met een beschrijving van een voorbeeld toe, terwijl hij met betrekking tot de onafhankelijke richtlijn beschrijvingen en vergelijkende beoordeelingen geeft van de volgende systemen: bij het Fransche veldkanon, het Ehrhardt- geschut, het Deport'sche geschut en de Krupp-kanonnen. Voorts bevat de aflevering nog eenige gegevens betreffende de verliezen der oorlogsvloten uit het „Taschenbuch der Kriegs- flotten 1918", benevens de gewone rubrieken. Artilleristische Monatshefte, Juni 1018. Deze aflevering is weder geheel gewijd aan de ballistiek Rothe berekent de baan van een projectiel met een groote elevatie en drachtals voorbeeld is gedacht een kanon van 40.6 cM, 50 elevatie, projectielgewicht 920 K.G., culminatie hoogte 30 K.G. en dracht rond 100 K.G. Veithen schrijft over de vermindering van het luchtgewicht bij toenemende hoogte, terwijl Rohne een nabetrachting houdt naar aanleiding van het opstel „Ueber die Pruefung von Treffbildern." 827

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 79