Sterkte can in een enkel transport ODer te noeren expeditionnaire legers. In de afleveringen van Maart, Mei en Augustus 1917 van het Indisch Militair Tijdschrift komt een studie voor betreffende de „Landingen der Japanners in den Russisch-Japanschen Oorlog 1904-1905", waarbij de thans in ruime mate aanwezige bronnen op verdienstelijke wijze door Schrijver verwerkt zijn gewor den. S. eindigt zijne artikelen met de volgende zinsneden: „Wij kunnen dus gerust aannemen, dat, indien Japan in een oorlog gewikkeld wordt, waarbij zijne groote belangen zijn betrokken, hare regeering er niet tegen op zal zien, wederom 1/3 van de vloot aan den handel te onttrekken en zeker 1 4 ervan voor een tijd langer dan 2% mnd. Op den 31 en Mei 1917 bezat Japan 2105 schepen met een inhoud van 1.696.544 ton, waarvan 447 van boven de 1000 ton met een inhoud van 1.429.501 ton bruto. Het streven schijnt voor te zitten de schepen beneden 1000 ton langzamerhand aan de Gealliëerden te ver- koopen. De capaciteit der werven is tijdens den huidigen oorlog zeer vergroot; men verwachtte, dat in 1917 totaal 97 schepen van meer dan 1000 ton met een inhoud van 400.000 ton van stapel zullen loopen, terwijl voor 1918 het voornemen bestaat een 60-tal schepen te bouwen met een inhoud van 398.300 ton (zie I. M. T. van Nov. 1917). Zonder den handel te veel schade te berokkenen, had Japan eind 1917 dus 357.375 ton bruto voor transport kunnen gebruiken, dat wil dus zeggen zeker 3 divisiën ineens kunnen vervoeren; in 1919 zou dit aantal kunnen stijgen tot 4 a 5 divisiën". De conslusie aan het slot van het aangehaalde, zou bij velen de overtuiging ingang kunnen doen vinden, dat de sterkte, welke een in een enkel transport naar Java over te voeren expeditionnair leger zou kunnen hebben, tot nog toe zeer onder- 778

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 30