ring van 1 M. is noodig; indien de schroefpalen 1.70 M. zijn,
worden zij beurtelings 70 en 50 cM. ingeschroefd. Bij gebruik
van houten palen moeten deze minstens 1.80 M. zijn; voor het
inheien zijn eenvoudige houten driepootjes te makenvanaf
het maaiveld is het bij die hoogte bezwaarlijk. Een versper
ring' als beschreven in V. V. Snijders eischt per 100 M.2
1000 a 1500 M. draad; voor een versperring met slingers
;is 2000 M. draad noodig, wegende 150 K.G. Aan ijzeren palen
zijn noodig 45 stuks, elk wegende 6 K.G. Bij gebrek aan
ijzeren palen kunnen de slingers natuurlijk ook tusschen houten
palen worden aangebrachtdaaraan vast te zetten met krammen
of spijkers. Het gebruik van de zware draad als boven ver
dient, naar vermeend wordt, in Indië geen aanbeveling, wegens
transportmoeilijkheden) deze draad weegt plms. zeven maal zoo
zwaar als de gewone).
Indien de draadcylinders geconfectionneerd worden aange
voerd, is een versperring daarmede zeer vlug te maken, in
één man-uur 20 M.2. Een groot voordeel ervan is ook, dat
niet, zooals bij de reglementaire versperring, tusschen de dra
den gewerkt behoeft te worden. Voor den aanleg is het echter
toch gewenscht te kunnen beschikken over zware leeren hand
schoenen e.d., daar anders slecht genezende handwonden veel
vuldig voorkomen.
Waar een volledige versperring veel materiaal vereischt, zal
dikwijls met minder moeten worden volstaan, als slingers,
struikeldraden, strikken e.d.ook moet zooveel mogelijk gebruik
gemaakt worden van aanwezige beplantingen om toepassing
van palen te vermijden (b.v. slingers in ketellatuinen).
In inundatiën is de toepassing van struikeldraden zeer doel
treffend.
De breedte der hindernis.
Waar vroeger 6 a 8 M. voldoende werd geacht, vermeldt T.T.
wenken thans zoo mogelijk 3 strooken van 10 M., benevens
vlak voor de loopgraaf een strook van 10 M. als een minimum
voor onze omstandigheden zal één strook van 10 M. als minimum
moeten gelden. Het zal bij gebrek van materiaal of tijd beter
zijn voor een gedeelte der linie een breedte van 10 M. toe te
833