naar achteren, daartusschen zoonoodig een communicatie, die dan reeds een tweede lijn vormt. Neemt de strijd een slepend karakter aan, dan ontwikkelt de stelling zich langzamerhand tot eene als boven geschetst. Bij een voorbereide stelling kan men ook na voltooiing van den oorspronkelijken opzet bij voldoenden tijd voortgaan met inrichting van meerdere liniën; de plaats daarvan wordt dan in verband met het terrein bepaald. Het mineeren om springladingen onder de vijandelijke stelling te brengen en alles, wat daarmee annex is, is in het bovenstaande niet ter sprake gebracht als niet eigenlijk behoorend tot het terrein der veldversterkingskunst, terwijl de toepassing ervan zelfs op de meest bescheiden schaal voor onze verhoudingen ondenkbaar is. Tjimahi, 15 Juni 1918 J. F. Beckman, Kapitein der Genie. Geraadpleegde werken Militaire Spectator, Mavors, 1. M. T., Wetensch. Jaarbericht der Ind. Krijgsk. Ver., Orgaan van de Ver. t. b. v. d. Krijgswetenschap, Revue Militaire Suisse, Illustration, Mitteilungen A und G., alle van (1914 t/m 1918). Wetenschappelijke bladen, Maart 1917. Veldversterkingskunst, Snijders 1911. H. T. D. Genietroepen. 846

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 24