meerdere jaren niet kan goed maken, zullen nieuwe inzichten en
daardoor andere voorschriften, nieuwe bewapening, uitrusting
e.a. het noodig maken, dat de milicien ten deele weder wordt
afgericht en zal men de geschiktheid als oorlogssoldaat slechts
aannemen van de lichting, welke het laatst, hoogstens ook van
die, welke het jaar tevoren werd afgeleverd.^
Wat de lichting betreft, welke eventueel nog bij de veld-
bataljons in africhting is (voor de Europeanen thans het 7de,
8ste, 14de en 15de Bat.), het tijdstip van mobilisatie zal ten
aanzien van dezen moeten doen beslissen, of zij reeds ge
schikt is of niet.
De voor hunne oorlogstaak geschikt geoordeelden volgens
mij dus hoogstens twee lichtingen zullen op de veldbataljons
kunnen worden gedirigeerd om deze op sterkte te brengen, de
overigen naar de depots moeten worden gezonden, ten einde
aldaar verder te worden opgeleid of herhalingsoefeningen te
doorloopen waarna zij als reserve voor het actieve leger
kunnen dienen, c.q. nieuwe eenheden kunnen vormen.
De werkkring bij de depots zal dientengevolge belangrijk worden
uitgebreid. Dienen zij thans, in gewone tijden, uitsluitend om
de zich vrijwillig voor het staande leger geëngageerden geschikt
te maken de oefeningen bij de veldbataljons te volgen, behalve
de militie komen bij mobilisatie daar nog bij de gepension-
neerde Europeesche militairen, die ingevolge de pensioensbe
palingen kunnen worden opgeroepen om op nieuw in dienst
te treden, en de manschappen, behoorende tot de Leger
reserve. Ook voor dezen zullen, gelet op de steeds wisselende
eischen van eene moderne oorlogvoering, herhalingsoefeningen
als regel zeer noodig zijn. Bovendien is het te verwachten,
dat wanneer de nood dringt, het aantal niet-dienstplichtigen,
dat zich vrijwillig voor dienstneming komt aanmelden, vrij
groot zal zijn, terwijl de werving vermoedelijk niet zal worden
beperkt.
Resumeerende, zal men bij de depots in oorlogstijd alzoo
de volgende categorieën van on- of mindergeoefenden hebben
op te leiden
1. de recruten, die er in normale tijden reeds zijn en uiteraard
in verschillende stadia van africhting verkeeren
848