2. de miliciens, met uitzondering van hen, die dadelijk voor het actieve leger geschikt zijn geoordeeld, c.q. de land- stormplichtigen; 3. de manschappen; behoorende tot de legerreserve; 4. de opgeroepen gepensionneerden 5. de bij mobilisatie vrijwillig in diensttredenden (deels oud gedienden). Al deze personen kunnen van verschillenden landaard zijn; alleen de sub. 4 bedoelden zijn Europeanen, omdat het pensioens reglement alleen voor dezen landaard de verplichting bevat om in oorlogstijd na oproeping weer in de gelederen te treden, wil men het pensioen niet tijdelijk zien geschorst. Om voor de hand liggende redenen zullen de landaarden niet van elkaar kunnen worden gescheiden, zooals in vredestijd, zoodat elk depot manschappen van al de hiervoren genoemde categorieën ter opleiding zal krijgen. Zullen de depots het werk af kunnen In Holland heeft men in oorlogstijd minstens 72 bataljons militie- en 48 bataljons landweertroepen (de bataljons van bijna 1000 man). Van het overschot formeert men er nog reserve-militie- en reserve- landweerbataljons. Al deze troepen hebben te zamen slechts 12 depots, zoodat, in aanmerking genomen onze zooveel ge ringere legersterkte, in lndië, althans voorloopig, met het thans vastgestelde aantal van drie depots kan worden volstaan. Evenwel zal, vasthoudende aan den eisch van 25 -30 depot troepen, hunne vredescapaciteit belangrijk dienen te worden opgevoerd, hetgeen zoude kunnen geschieden door de toevoe ging bij mobilisatie van kader uit het actieve leger, dat voor opleiding van recruten geschikt is en beschikbaar komt (kader- schooi), zooveel mogelijk aangevuld door gewezen kader, dat zich bij het uitbreken van den oorlog vrijwillig voor dienstne ming komt aanmelden, dan wel daartoe de verplichting heeft (legerreserve, gepensionneerde Europeanen, militiekader, dat bij het reservepersoneel is ingeschreven). Uiteraard behooren de depots liefst te zijn gevestigd in de groote garnizoensplaatsen, waar na het vertrek der gemo biliseerde actieve troepen, overvloed van logiesruimte en oefe ningsmiddelen beschikbaar zullen zijn gekomen, terwijl zij 849

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 27