anders, wat eigenlijk nog te weinig is, 7 maanden noodig acht om hem de geschiktheid te geven voor een met vrucht volgen van de oefeningen der veldbataljons Laten wij, om een antwoord op deze vraag te kunnen geven, eens nagaan, hoe men bij sommige der Europeesche mogend heden over recrutenopleiding denkt. En dan bemerken wij, hoe in Duitschland in militair opzicht zeker wel de meest vooraanstaande van die mogendheden in 1907 de meeningen daaromtrent nog verdeeld waren, zóó dat sommigen alle stramme vormen over boord wilden werpen om uitsluitend te doen onderwijzen in alles wat het gevecht eischt, terwijl anderen star wenschten vast te houden aan de oude, geliefde methode, n 1. den voor het moreel nadeeligen invloed van het moderne ge vecht op te heffen door een uiterst stramme opvoeding tot het kweeken van gehoorzaamheid, opdat een ijzeren tucht het winne van de vrees voor den dood. In 1910 waren echter alle schrijvers het er reeds over eens, dat de gevechtsopleiding, waarbij de man als denkend wezen gevormd wordt, minstens even gewichtig is als de gesloten exercitie, welke uit een disciplinair oogpunt een vereischte bleef. En vijf jaren later, geleid door de ondervindingen, op gedaan gedurende het eerste jaar van den huidigen oorlog, zijn de eischen betreffende het exerceeren nog gematigder ge worden. De handgrepen worden thans slechts in zooverre beoefend, als buiten twijfel noodzakelijk is; hetzelfde geldt voor het marcheeren in den pas en de wendingen. Van de gesloten exercitiën worden slechts de eenvoudigste be wegingen verlangd, waarbij het geruisloos en snel volgen achter den aanvoerder aan een hoofdrol speelt. Op een goede houding, onberispelijk stilstaan en stram groeten be hoort echter tot het kweeken van discipline evenals vroeger ten strengste te worden gelet. Evenzoo wordt streng de hand gehouden aan het innemen van de juiste plaats in de af- deeling. Gedurende het rusten moet de man zich richten, goed op den voorman dekken en, waar noodig, den afstand verbeteren. Eene hoogere waarde wordt toegekend aan de opleiding van den recruut tot een zelfstandig, doelbewust oorlogsschutter. 852

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 30