men of den indruk heeft ontwaard, dien heldenverhalen op het gemoed van den Javaan weten te vestigen, niet kunnen gelooven, dat een laffe geest hem bezielt. De vrees voor den dood is waarlijk niet alleen den Inlander aangeboren; in de beste legers toch is thans de opvoeding er geheel op gericht jdie vrees te overwinnen door versterking van het moreel, vroeger door eene stramme krijgstucht. Het eerste zullen wij bij den Inlander ook moeten doen en zulks door hem tot de overtuiging te brengen, dat het in zijn wei- begrepen eigenbelang is om zich met ons krachtig te verdedigen tegen den overweldiger, die toch stellig ook zijn land zal ver woesten, zijne bezittingen en zelfs zijn gezin zal bedreigen, ter wijl hij diensten en offers van hem zal eischen, waarbij die van de „Kompagnie" op weldaden gelijken. Hij zal dan beseffen, hoe onze overheersching hem in staat stelt eene andere te voor komen, die met verwoesting begint en die niet, evenals wij thans, er op uit zal zijn hem op te heffen en tot onze gelijken te maken. Dat wij van onzen kant dit laatste dan ook zooveel mogelijk toonen mogen! Met het vorenstaande meen ik voldoende de beginselen te hebben aangegeven, welke n. m. m. in acht zullen moeten worden geno men bij de opleiding onzer recruten voor hunne oorlogstaak. Geen onderscheid dient er gemaakt te worden tusschen een oorlogs- en een vredesopleiding en den .daarvoor beschik baar gestelden tijd. Ten allen tijde dus eene opleiding, welke uitsluitend de eischen van den oorlog voor oogen heeft. Alle andere zaken zij zijn in dit opstel reeds genoemd welke op vredestoestanden slaan, bij wijze van aanvulling te onderwijzen na de africhting, desnoods bij de veldbataljons. De opleiding voor den oorlog tegen een I. V. alleen bij die bataljons zooals bijv. het 2de Garn. Bat. van Atjeh en O. te doen plaats hebben, waar vermoedelijk al dadelijk van de verkregen geoefendheid partij getrokken zal moeten worden, alsock bij een enkel op Java daarvoor aangewezen reservebataljon. Van de exercitiën dienen slechts hoogst enkele met stramheid te worden uitge voerd, voldoende voor het kweeken van disciplinealle andere, zoo eenvoudig mogelijk samengesteld, als gevechtsexercitiën 857

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 35