het begin van den oorlog 600.000 hospitaalbedden bezet. In 1915 constateerde de Inspecteur van den Duitschen Militair- Geneeskundigen Dienst, dat zijn dienst met niet minder dan 218 naar de eischen den tijds ingerichte hospitaaltreinen werkte. Het is duidelijk, de dag van kleine dingen is voor den ge neeskundigen dienst voorbij. De dag, toen éen geneeskundige dienst, bestaande uit eenige militaire artsen, de troepen volgde in de' hoop eenig goed te kunnen doen in een op zichzelf- staand, niet georganiseerd pogen, is voorbij. En geen van deze dagen zal ooit terugkeeren. De enkelling telt niet meer. Op zichzelfstaande pogingen zonder nauwgezette voorbereiding en ervaren leiding doet dikwijls meer kwaad dan goed, omdat het veelal onnoodige wrijving veroorzaakt. Wij zijn thans in het tijdperk van een gecompliceerd raderwerk op groote schaal, gecontröleerd door hen. die zich meester getoond hebben in de bekendheid met de meest werkzame en oeconomische me thoden om deze ma?hines te beheerschen, zij het in het bur gerlijke dan wel in het militaire leven. Een van de meest uitgebreide en meest ingewikkelde machines van een leger is die, behoorende bij zijn geneeskundigen dienst. Gelijk iedere andere militaire machine, heeft zij werkzaamheden, die op routine berusten. Daartegenover staat, dat er grootere moeilijkheden moeten worden overwonnen dan in eenigen anderen tak van den militairen dienst. Voeding en munitie kunnen dikwijls reeds tevoren worden opgevoerd; in den stellingoorlog reeds over geruimen tijd. Maar de chefarts kan niet van te voren de moeilijkheden uit den weg ruimen door de gewonden te evacueeren, omdat ze er nog niet zijn. Hij moef wachten tot ze hem plotseling worden toegeworpen, soms bij tienduizenden tegelijk, misschien in de korte tusschenruimte van den eenen zonsopgang tot den anderen. Hij moet ze trachten te bereiken en zoo spoedig mogelijk naar achteren vervoeren. Doet hij het slecht, dan sterven gewonden, herstelbaren gaan verloren of worden voor goed invalide, de communi catielijnen worden gehinderd, bewegelijkheid van het leger verminderd en het moreel van den troep verlaagd. Aan- 862

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 40