dier officieren, zoowel wat betreft den steeds toenemenden om vang van de hun opgedragen taak, als wat betreft hun bezoldiging en de maatschappelijke waardeering van hun ambt. Veel, ik heb mij daarvan bij het begin van de mobilisatie persoonlijk kunnen overtuigen en het is mij een groot genoegen zulks te kunnen constateeren, is in onzen geneeskundigen dienst beter dan in den Nederlandschen, speciaal wat de militaire hospitalen betreft. Doch aangezien niets volmaakt is in dit on- dermaansche, rust op ieder der leden van ons korps de verplich ting mede te werken aan het streven om het volmaakte zoo veel mogelijk nabij te komen en zoude eene diepere studie van enkele hunner, die het meest bevoegd zijn, omtrent de punten door meergenoemde commissie aangegeven, aan onzen dienst zeker ten goede kunnen komen. 6 Aug. 1918. H. L. Roelfsema. Dirigeerend Officier van Gezondheid der 1ste klasse. 867

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 45