beweging kan beschouwd worden als te zijn samengesteld uit twee of meer der voorgaande. Indien door de een of andere oorzaak een aeroplane naar rechts giert, dan zal door de traagheid het zwaartepunt aan vankelijk zijn voorwaartsche richting houden, hetgeen den bestuurder direct kenbaar wordt door het voelen van den wind tegen zijn linkerwang. Bevinden zich nu verticale vinvlakken achter het zwaartepunt, dan zal daarop een herstellend giermo- ment worden uitgeoefend, die de aeroplane weer in zijn koers terugdringt, zonder dat de bestuurder behoeft in te grijpen. Wij zullen dit koersstabiliteit noemen. Is deze in sterke mate aanwezig, dan spreekt men van „weerhaan stabiliteit" (de ver gelijking behoeft geen uitleg). Een dergelijke machine is in rumoerige lucht weer zeer lastig te besturen; het koers houden zal moeilijk zijn, daar de machine zich steeds tegen elke wind vlaag zal trachten in te zetten, hetgeen ook weer kort voor het landen gevaarlijk kan worden. Dit is niet de eenige reden, dat men een machine niet te veel koersstabiliteit mag geven; het voornaamste motief is, dat zij tevens de voornaamste factor té tot het vormen van de zgn. „spirale onstabiliteit", welke later besproken zal worden. Indien een machine naar rechts giert, staat dit aanvankelijk gelijk met het begin van een rechtsche bocht. Het is verder bekend, dat om een bocht te kunnen maken, men de machine zoodanig naar rechts moet laten overhellen, dat de horizontaal ontbondene van de draagkracht normaal tegen de vleugels, gelijk is aan de middelpuntsvliedende kracht. (Men vergelijke met een fietser, die een bocht omgaat). De groepeering van alle verticale vlakken (dus ook zijvlakken van fuselage enz.) om het zwaartepunt kan nu zoo gemaakt worden, dat het toestel vanzelf bij het maken van een bocht, alleen met behulp van het richtingsroer, de natuurlijke helling aanneemt. Is deze neiging om den goeden kant op te hellen te sterk, dan kan dit in rumoerige lucht tot naar binnen slippen aanleiding geven. Het kan verder ook voorkomen, dat door een aanvankelijk maken van een rechtsche bocht, de machine juist naar links tracht over te hellen, nl. wanneer de zijdelingsche weerstand tegen alle verticgle vlakken beneden het zwaartepunt aangrijpt, 876

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 54