„De infanterie wordt in het algemeen niet vernietigd, doch
„geneutraliseerd."
„Zij zal dus haar volle gevechtskracht behouden, en die
„kunnen ontwikkelen, zoodra zij niet meer onder het bereik van
„artillerievuur is.
Die conclusies wijzen mijns inziens op onvoldoende uitwer
king van het veldartillerievuurde tegenpartij slechts ophouden,
zelfs tegenhouden, zonder hem voldoende materieel (i.e. per
soneel) te treffen, is mijns inziens geen voldoend resutaat;het
brengt dan slechts min of meer uitstel van executie.
Overigens vestig ik er de aandacht op, hoe vlakbaanvuur
in bergterrein heel wat terreingedeelten onbeheerscht moet laten
ook de Inleider heeft daar terecht op gewezen.
Ten slotte nog dit. Is het na veel moeite gelukt voor de
veldartillerie een stelling te vinden, van waaruit zij kan voldoen
aan de haar gestelde opdracht, dan kan zij als regel ook niet
meer dan die ééne opdracht uitvoeren. Voor nieuwe opdrachten
is als regel stellingverandering vereischt. Hoeveel tijd en gevaar
dit kost, weet ieder van ons. Waarom is de stellingverandering
dan noodig? Omdat het vlakbaanvuur in een iets andere richting
dan de oorspronkelijke, dan wel op anderen schootsafstand, zoo
spoedig gehinderd wordt door begroeiïng of terrein. Zou het
geen enorm voordeel zijn, indien de artillerie uit haar oorspronke
lijke opstelling bijvoorbeeld zou kunnen blijven deelnemen aan
de vervolging van een terugtrekkenden vijand, als alleen de
B. C. snel van opstelling veranderde om het nieuwe gevechtster
rein te kunnen overzien? Het antwoord daarop is zeker niet
twijfelachtig.
Alvorens ik nu zal aangeven, waarvan ik (het zal overigens
al wel duidelijk zijn) heil verwacht tegen al deze nadeelen van
het vlakbaanvuur der veldartillerie, nadeelen, die naar mijn
oordeel de uitvoering van heel wat tactische opdrachten zullen
doen mislukken, wensch ik even de oorlogspractijk in het geding
te brengen. Tot mijn spijt ben ik er niet in geslaagd om in
de literatuur veel te vinden, wat mij een werkelijk bewijs zou
zijn voor de roemruchtigheid der 75 mM. der Fransche „veld,"
waarvan de krantenberichten gewagen. Ik constateer daaren
tegen
889