Voer onze omstandigheden zou ik, gelet op het maximum gewicht, dat aan ons veldstuk kan worden toegestaan (dh 1700 K.G. voor het bepakte voertuig) en op de noodzakelijkheid om voor snel vuren het gewicht der patroon niet te groot te maken, den voor onze veldartillerie gewenschten vuurmond willen schatten op ongeveer 8.5 cM. L/17voor de bèrgartillerie op 8.5 cM. L/13, een gelijk kaliber dus ter wille van het munitie- vraagstuk. De vroegere wensch, dat ons berggeschut ballistisch zoo nabij mogelijk ons veldgeschut moest komen, kunnen wij mijns inziens thans laten varen, als gevolg van de hieronder aangegeven samenstelling der artillerie van het veldleger in hoogere verbandendoor de aanwezigheid n 1. daarin van verschillende soorten geschut, kan het eene aanvullen, wat bij het andere tekort is. Ik meen verder, dat aan de invoering van dezen langen houwitser als veldartillerie bovendien het voordeel zou zijn verbonden, dat wij in onze a.s. regimenten, naast de afdeelingen veld- en bergartillerie als derde afdeelingen zouden kunnen krijgen batterijen van 12 cM. Hw., in plaats van de volgens het artikel in het „Artilleristisch Tijdschrift" ginds gewenschte lichte veldhouwitsers van 10.5 cM. En deze zwaardere hou witsers zouden dan al dadelijk een groot deel van de taak der zoo straks reeds genoemde lange 10 cM.-kanonnen der z.g zwate artillerie kunnen vervullen. De noodzakelijkheid der indeeling van die lange 10 cM.- kanonnen toch wordt in meergenoemd artikel op blz. 158 bepleit als noodig „voor het vuur op groote afstanden, zoowel „tegen troepenbewegingen en verzamelingen achter het vijandelijk „front, als tot het versperren van opmarschwegen, verontrusten „en vernielen van bezette plaatsen, stations e.d. Daartoe is het „noodzakelijk om bij de inleiding en doorvoering van het ge- vecht de beschikking te hebben over vèrdragende vlakbaan- kanonnen van zwaarder kaliber en met grooter dracht dan „het bestaande veldgeschut, vuurmonden dus, enz." Het wil mij voorkomen, dat in de zoo juist aangehaalde motiveering uit de door mij gecursiveerde bewoordingen eeni- germate een hinken op twee gedachten blijkt, n. 1. dat in een zelfden gedachtengang zoowel de stelling- als de bewegings- 892

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 70