™t0tli J" gro°ter en. dus, de ^efkans met hun voorlaadspuiten kl™r' p miJ schoten ze indertijd op -4- 20 M en '°;h*n ze ,me n°g geraakt. Nog een ander~middel,' dat we toepasten, als we langs een weg moesten om ons te ver plaatsen, was natuurlijk het in donker uitrukken. Eens, toen 9 rrom TT UU1 V'm; uit?in£> bezorgden ze me 2 dooden en gewonden en toen heb ik me voorgenomen, om nooit meer uit te rukken, als 't al licht is, maar ongeveer half vfif dan slaapt een Alfoer nog wat lekker. Toen heb ik ook geen last meer van beschietingen gehad. Bevindt zich echter een brigade van ons in het terrein dan AiLT'u g6.rUSt Zeggen; dan ziJ'n w'ï de Alfoeren en hij (de Alfoer) de kompania, die wij besluipen. Ik ben od die manier eenige malen op Alfoeren gestooten, maar het gauw „bingoën worden van zoowel Kromo als Timorees, veroor zaakte altijd een te vlug (en mis) schieten en weg waren de d°Ti)n' «bingoën" kan ik het eigenlijk niet noemen, 't is een soort branden van verlangen om den vijand, nu de gelegenheid ei is, een flink pak slaag te geven. Ik heb zelf ook dat ge voel nu evenwel niet meer zoo sterk als in het begin, door- v*n lLnnZao HV°el te moeten verdn'ngen, want dat anders van bedaard handelen geen sprake kon zijn. Over „bang" zijn van Kromo's heb ik hier absoluut niet te .agen gehad. Ze zijn het persé geweest; de nieuwe, hoewel met vech lust aangekomen jonge brigades van lava werden b. v. wel eens wat angstig, toen ze zagen tegen "een onzichtbaren vijand te moeten vechten en zelfs gewonden en dooden kregen zonder Alfoeren te kunnen neerleggen, zonder er zelfs één te zien.' Maar wat in zoo'n geval een „voorbeeld doet, dat heb ik ïer gezien. Dat voorbeeld heb ik den kapitein zien geven Door zijn moreel, zijn vlot optreden werd Kromo ook vlot evenals de niet vlotte Timoreezen (want die waren er ook) zelfs werd, zooals ik reeds zei, Kromo al te vlot, zoodat men hem moest remmen. Ik ben het dan ook absoluut niet met Asymptoot eens, daargelaten zijn minder mooie wijze van oordeel en gedachten weergeven Hier is ook een officier geweest, die steeds de 'timoreezen spits liet loopen en de Kromo's achter Ik begrijp- niet, hoe een officier zoo iets onoordeelkundigs kan doen. Ik weet wel wat ik zelf zou doen. Als er Kromo 's waren, die blijken gaven van bang zijn, dan zou ik zeggen; „Komen jullie maar eens hier vooraan loopen bij den luitenant en dan zal de luitenant jullie laten zien, dat jullie niet bang bent, maar alleen denkt bang te zijn. Lukt het je niet om dan een Kromo zijn moreel te verhoogen, nu dan is de man ook bang, maar dan tevens ongeschikt te vélde'. 900

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 78