üit de aSgemeene acmmillings- begrooting Door 1919. Aan de zg. suppletoire begrooting voor 1919 ontkenen wij het volgende. Wijziging van de verlofsbezoldigingen. Om de verlofsbezoldigingen van officieren met buitenlandsch verlof voortaan te berekenen naar denzelfden maatstaf, als voor burgelijke landsdienaren geldt, is in het geheel 132,500 aan gevraagd. Duurtebijslag Ook voor 1919 is gerekend op een duurte- bijslag, daar nog geen wijziging is te verwachten in de om standigheden, welke aanleiding gegeven hebben tot het toekennen van een duurtebijslag in 1918. De toelichting vermeldt uitdruk kelijk, dat de Regeering zich volle vrijheid voorbehoudt om na het intreden van gunstiger omstandigheden de tegemoetkoming te verminderen of te doen ophouden. Barisan van Madoera. Voor verhooging van de zg. blandja aan onderofficieren en minderen is 20.269 aangevraagd. Herziening van de inkomsten van de architecten en opzichters der genie. Gamelles en muurkastjes. De gamelles der Eur, menages, vroeger uit een zg. gamellefonds bekostigd, zullen voortaan door den Lande in bruikleen worden verstrekt Voorts zijn gelden aangevraagd tot aanschaffing van muur kastjes voor de Eur. militairen en de niet-Eur. onderofficieren. Geleiders bij de bagagetreinen. Om te voorzien in de behoefte aan geleiders bij de bagagetreinen in plaats van de tot dusverre daarvoor bestemde gestraften, worden het Legioen van Mangkoe Negoro en de Barisan van Madoera uitgebreid. De daaraan ver bonden uitgaven bedragen 's jaars voor alle korpsen te zamen 673.000; voorts 50.000 voor logiesverbouwing bij de Barisan. De logiesuitbreiding voor het Legioen komt ten laste van de begrooting van het Rijk van Mangkoe Negoro. Vrijwilligerskorps „Sumatra's Oostkust". Tot ondersteuning van dit vrijwilligerskorps wordt 32.000 aangevraagd (1) Verg. De zaak der weerbaarheid ter Sumatra's Oostkust, blz. 907 van deze aflevering. 911

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 89