uitvoerbaar zijn. Aan dezen Iaatsten eisch is het moeilijkst te
voldoen.
Voor onze omstandigheden is het bovendien gewenscht, dat
weinig aanvoer van materialen noodig is, daarom moet zoo
veel mogelijk gebruik gemaakt worden van plaatselijk aanwe
zige hulpmiddelen en is in dit opzicht veel te leeren van de
versperringen, die vroeger de Inlandsche vijand toepaste: bam-
boedoeri, randjoes e. d.
Kunstmatige hindernissen.
De voornaamste zijn inundatiën, ijzerdraadversperringen en
mijnen.
A. Inundatiën.
Het geïnundeerde terrein mag niet bevaarbaar worden, dus
maximum waterstand 0.3 M. Draszetten is desnoods reeds
voldoende, in het algemeen verhindert het verhoogen van den
grondwaterstand het zich ingraven van den vijand. Hetgeheel inun-
deeren heeft echter het groote voordeel, dat de vijand de in het
terrein aanwezige slooten, greppels e. d. niet kan waarnemen.
Een hoofdeisch is, dat de verdediger den wateraanvoer en
-afvoer kan beheerschende vijand moet niet meer kunnen
aftappen of aanvoeren, dan wij kunnen aanvoeren of aftappen
men dient daarom volledig op de hoogte te zijn van den
waterstaatkundigen toestand op het gevechtsveld. In de N. H.
W. L. staat daarom de dienst der inundatiën buiten groeps
verband, rechtstreeks onder het liniecommando.
De meeste terreinen zijn niet zoo vlak, of er zijn kom-
scheidingen noodig; deze zijn zoo mogelijk minstens 10 M.
breed te maken, daar anders vernieling door geschutvuur ge
makkelijk is, waardoor gedeeltelijke aftapping of (en) over
voering kan ontstaan. Verder dient bij het graven der eigen
stellingen rekening gehouden te worden met het waterpeil bij
een mogelijke nog te stellen inundatie.
Op Java zullen inundaties in de vlakte dikwijls zijn toe te
passen, sawahterrein is er uitstekend voor geschikt; er dient
echter rekening mee gehouden te worden, dat sawah's, die
enkele dagen droog staan, goed begaanbaar zijnde zekerheid
moet dus bestaan, dat men ze onder water kan houden. Het
830