ten aanzijn waarvan eene voorziening op tijdelijken voet reeds is getroffen. Het werd eenigszins eigenaardig genoemd, dat in het korte tijdsbestek verloopen sedert de behandeling dei- oorspronkelijke begrooting, de noodzaak voor het treffen van al die tijdelijke voorzieningen aan het licht is getreden Een lid drong nogmaals aan op gelijke vergoeding van de diensten der mindere militairen onverschillig tot welken landaard zij behooren. Eenige leden verklaarden om principieele redenen niet te kunnen instemmen met het toestaan van gelden voor militaire doeleinden. Hoofdstuk I. Uitgaven in Nederland. Onderafdeeling 63. Verlofs- en non-activiteitsbezoldigingen. Eenige leden drongen er op aan, aan de regeling wel terug werkende kracht te geven, althans voor de officieren, die met verlof wegens ziekte in Nederland zijn. Onderafdeeling 363, onderdeel b. Uitgaven van personeelen aard van de afzonderlijke Inlandsche korpsen. Er werd op gewezen, dat de officieren van de Barisans buiten gewoon slecht betaald worden, zoodat ook op verbetering van hun vooruitzichten werd aangedrongen; als men goede krach ten wil eischen, moet ook de bezoldiging behoorlijk zijn. Daar tegen werd opgemerkt, dat hun tijd maar gedeeltelijk in beslag genomen wordt door dienstbelangen, zoodat zij gelegenheid hebben op andere wijze in hun levensonderhoud te voorzien. Positieverbetering toe te staan zonder dat er om gevraagd is, werd door een lid in beginsel verkeerd geacht Andere leden oor deelden het echter een betere politiek uit eigen beweging klachten te voorkomen, voelden niets voor het denkbeeld om alleen positieverbetering toe te kennen aan hen, die er om vragen. Op die wijze zouden alleen ambtenaren, welke in een vakvereeniging vereenigd zijn, hunne vooruitzichten op den duur zien verbeterd. Gevraagd werd, hoever de Regeering gevorderd is met de voorstellen omtrent het strafwezen voor militairen, waarom trent zij een wijziging heeft toegezegd, Onderafdeeling 381. Voorzieningen van materieelen aard. Er werd op aangedrongen om de voedselverstrekking aan militairen in haar geheel van Landswege te doen geschieden. Opgemerkt werd, dat indien de verstrekking van muurkastjes noodig werd geacht, het ongewenscht scheen deze verstrekking 914

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 92