is een voordeel, indien de eigen opstelling aan de hooge zijde
van het terrein ligt, aanvoer van water is dan steeds mogelijk;
in het omgekeerde geval kan de vijand den aanvoer stop zetten.
Inundeering kan geschieden
1. door opstuwing van beken e. d.in den drogen tijd is het
gemakkelijk, in den regentijd is het maken van stuwen met
primitieve hulpmiddelen vrijwel onuitvoerbaar;
2. door inlaten van hooger water; dit zal in sawahterrein
het meest voorkomen. Kunstmatig opvoeren door bemaling zal
hier zelden of nooit toepassing vinden.
De breedte der inundatie is zoo groot mogelijk te nemen,
groote breedte belemmert artillerieopstelling en waarneming
door den vijand; de inundatie moet liefst doorloopen tot vlak
voor de stellingde hwl. mag echter geen waterkeering zijn,
terwijl zij de grens der inundatie niet zoo getrouw moet volgen, dat
deze laatste voor den vijand het beloop der stelling aangeeft.
Nadeelen van inundatiën zijn:
1. maskeering is vrijwel onmogelijk (in sawahterrein spreekt
dit bezwaar niet);
2. sparen van doorgangen op de meest gewenschte plaatsen is on
mogelijk; zij belemmeren dan ook ten zeerste het eigen offensief
(Yserlinie) en passen dan ook geheel bij een passieve verdediging.
De groote voordeelen van inundatiën zijn, dat zij weinig
werk en geen materialen eischen.
(Zie o.m. Mavors 1915 en 1916 „Militaire onderwaterzettingen",
door W. E. Van Dam van Isselt.)
B. IJzerdraadversperringen.
In den tegenwoordingen oorlog hebben ijzerdraadversper
ringen een enorme toepassing gevondenin het oog is echter
te houden, dat de hierbij betrokken groote industriestaten
over een onbeperkten voorraad kunnen beschikken; hier zullen
ook alle andere middelen moeten worden toegepast.
Voor draad wordt thans alleen prikkeldraad gebezigd, zelfs zeer
zwaar draad, bestaande uit 1 draad van 3 en 1 van 4 mM., voorzien
van zeer groote prikkels; ook staaldraadtouw voorzien van groote
spijkers schijnt door de Duitschers te zijn toepast. Wij zullen
hier alleen te maken hebben met het bekende draad bestaande uit
2 draden, elk van 2 mM.; te rekenen zal daarbij ook zijn op
831
