men er zelden in slagen zal tijdens de beweging die gemeenschap tot stand te brengen. Waar moet de berichtofficier ziph tijdens den opmarsch bevinden? Bij den Bat.C. Dat is toch de man, die de lakens uitdeelt en alles weet. De berichtofficier zal ook een oog moeten houden op het uitleggen van de telefoonlijn; daar hij echter bereden is, zal het hem niet moeilijk vallen zich telkens weer tijdig bij den Bat.C. te vervoegen. Laat ons nu aannemen, dat de infanterie zonder ernstigen tegen stand te ondervinden en zonder ingrijpende voorvallen den rand van het bedekte terrein bij F heeft bereikt. Door «verkenningen is het haar duidelijk geworden, dat uit de richting CD tegenstand te wachten zal zijn, en zij weet, dat het haar onmogelijk zal wezen de nagenoeg open strook tusschen F en CD te overschrijden, zonder dat de vijand door artillerievuur ernstig is geschokt. Doet de in fanterie wellicht bij wijze van openlijke verkenning een poging uit F te deboucheeren, weldra blijkt haar, dat zij behoorlijk verwacht wordt. Flet oogenblijk voor het bombardement is gekomen. Een vraagis het niet gewenscht het artillerievuur reeds eerder te openen, zoodat de vijandelijke bezetting, wanneer de infanterie het open terrein zal betreden, reeds eenigszins „voorbewerkt" is? Inderdaad kunnen zich omstandigheden voordoen, dat dit ge wenscht is, doch cjie gevallen zullen zeldzaam zijn. Men heeft toch alleen wat aan artillerievuur, indien het uitwerking belooft. En daarvoor is het noodig, dat de artillerie over nauwkeurige aanwijzingen omtrent het doel beschikt, goed kan inschieten, en dat de vijand zich blootstelt, wat deze niet zal doen, zoolang hij niet gedwongen is een infanterieaanval af te slaan. Zelfs in den veldoorlog en wanneer de vijand weinig gelegenheid heeft gehad zijn stelling voor te bereiden, b.v. in een ontmoetingsgevecht, zal het hem niet moeilijk vallen zich tegen G. K.-kogels te dekken. Be schikte men over een zeer ruimen voorraad granaten en was zeer juist inschieten mogelijk (loopgravenoorlog), dan zou er sprake van kunnen zijn reeds, voordat een infanterieactie plaats heeft, destel ling van den vijand ernstig te schokken. Al die gunstige factoren zijn echter hoogst zelden aanwezig en moet dus een opening van het artillerievuur, alvorens de infanterie voorwaarts rukt, normaal als munitieverspilling worden beschouwd. 929

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 11