2e. Alle afwijkingen (correcties daarop) worden overgeseind, zooals ze zijn, en door den B. C. omgewerkt in correcties loodrecht op de schootsrichting. 3e. De infanterie-commandanten in voorste linie vormen zich een denkbeeld van de ligging van het vuur ten opzichte van de schootsrichting, die hun bekend moet zijn. Zij schatten, hoeveel het vuur verplaatst moet worden, om het in de juiste richting te krij gen, en dit gegeven wordt rechtstreeks overgeseind. Voor de laatste methode voel ik het meeste. Naar mijn meening is zij in werkelijkheid eenvoudiger dan het op 't eerste gezicht lijkt. Men trekt conclusies uit eigen aanschouwing^ en volgens mijn persoonlijke ondervinding zijn die conclusies in den regel juister dan die verkregen uit berekening naar gegevens, die op zichzelf reeds niet als volkomen betrouwbaar mogen worden beschouwd. Om deze methode te doen slagen, is het uit den aard der zaak noodig, dat de ondercommandanten zeer goed van den toestand op de hoogte zijn, en hun eigen standplaats en die van de artillerie op de kaart goed kunnen aangeven. Verder moeten zij in deze wijze van het beoordeelen van afwijkingen geoefend worden. Men vergete niet, dat het artillerievuur steeds dichter bij het doel komt te liggen, waardoor het verschilzicht steeds geringer wordt. Ook de infanterie zelve nadert het doel meer en meer, waar door een juiste beoordeeling van de ligging van het artillerievuur steeds gemakkelijker wordt, wat met het wassen van het gevaar geen te onderschatten voordeel is. Als Instructeur van 2 schietcursussen der Bereden Artillerie te Batoe Djadjar heb ik tweemaal een oefening in dezen geest doen houden, waarbij echter de infanterie in voorste linie werd voor gesteld door een artillerieofficier, die uit den aard der zaak in het be oordeelen van de ligging van een vuur meer bedreven is. De afstand van het doel tot de batterij was ongeveer 2000 M., die van den verbindingsofficier (tevens voorstellende de infanterie in voorste linie) tot het doel ongeveer 850 M., terwijl deze officier 300 M. zijdelings van de lijn batterij-doel stond. Hoewel een telefoon ter wille van de oefening was aangelegd, werd de verbinding onderhouden door middel van seinvlaggen en uitsluitend hierop gereageerd. De eerste oefening kon niet volkomen geslaagd heeten, omdat de verbindingsofficier zich nog niet goed in den toestand had in gedacht en trachtte de schoten in zijn eigen waarnemingslijn te krijgen en zoo als het ware in te schieten. 937

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 19