komen, maar daartegenover staan vele voordeelen, die ik in be doeld artikel nader heb besproken en waarvan wel het voornaam ste is, dat de infanterieofficier de hem nog zoo vreemde samen werking zou kunnen leeren. Het zal eenieder wel duidelijk zijn geworden, dat het regelen van het artillerievuur op berichten uit de voorste linie een zeer moeilijke zaak is. Daarom wil ik nog eens op twee zaken speciaal de aandacht vestigen. In de eerste plaats op de noodzaak, den commandant van de steunende artillerie behalve de geseinde berichten ook zooveel mogelijk nog gegevens op papier te doen toekomen, en wel v.n. terreinschetsen, waarop aangegeven wordt, waar men het vuur wenscht te hebben en alles wat daarmede verband houdt. Op die schetsen zal men b.v. aangeven, waar het doel ligt, waaruit het bestaat, waar de eigen troepen zich bevinden, waar het artil lerievuur thans wordt waargenomen enz Deze schetsen moeten zijn z.n. lineaire schetsen, dus c.q. overgenomen van de kaart, en geen panoramaschetsen, waaraan de op een geheel ander punt geplaatste A. C. niets heeft. Afgescheiden van de intusschen plaats hebbende regeling van het vuur door seinen, zal den A. C. de geheele toestand door deze berichten en schetsen veel duideliiker worden en zal hij beter in staat zijn maatregelen te treffen en, als het te pas komt, initiatief te vertoonen. In de tweede plaats wilde ik wijzen op de enorme moeilijk heden, die men zich in Indië schept door de ontembare om- trekkingswoede. Het is bekend genoeg, dat de tegenwoordige troepenaanvoerder ten onzent er in is opgevoed zijn troepen te splitsen in twee ongelijke deelen, die op geheel verschillende terreinen opereeren, maar die nimmer partieel verslagen worden, omdat de tegenstander ook geheel met dit gebruik op de hoogte is, en, geen spelbreker willende worden, eveneens zijn macht in twee stukken hakt en den vijand tegemoet zendt, waarbij men meestal zoo gracieus is de even groote stukken tegenover elkaar te stellen en zoonoodig elkaar in te wachten. Daar echter het principe van de samenwerking tusschen infanterie en artillerie nog zeer weinig tot de infanteriecommandanten is door gedrongen, geven zij er zich geen rekenschap van, hoe zij door deze splitsingen vrijwel alle moeilijkheden voor de samenwerking scheppen, die er maar bestaan. Het geval van samenwerking, dat ik in dit artikel bij den kop heb genomen, is vrijwel het moeilijkste. Dit geval zal altijd na- 939 I. M. T. 59. 1918.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 21