op de bovenomschreven wijze in de richting brengen, tenslotte wordt de figuur der richtmiddelen uitgeveegd en moet de man richten op de geteekende schijf. Nadat, elke richting gecontroleerd zijnde, behoorlijke resultaten verkregen zijn, worden de richtoefeningen voortgezet, aanvankelijk op denzelfden afstand op de kruisschijf, daarna op de puntr- vuuschijf, waarbij steeds andere mikpunten opgegeven worden. Zullen eerst eenvoudige en makkelijke mikpunten opgegeven wor den, daarna moeten langzamerhand wat lastiger punten gekozen worden. Natuurlijk, dat zoo nu en dan een richter fouten zal maken. Waren die vrij eenvoudig aan te toonen, zoolang nog gericht werd op de vergroote richtmiddelen, nu zal het dikwijls lastiger zijn den richter tot het inzien van zijn fouten te brengen. En juist nu wordt het geduld van den onderwijzer op een zware proef gesteld Hij moet niet rusten vóór de leerling toe geeft, dat hij een fout maakte, en moet immer bedenken, dat het juist de meest ambitieuse leer lingen zijn, die nu niet zoo maar direct toegeven, dat zij foutief richtten. In de eerste plaats wordt getracht den man zijn fout te laten vinden, door alleen te zeggen, dat de richting fout is, door bovendien dit te laten constateeren door een erkend goed richter, desnoods van een andere sectie. Vindt de man zijn fout, dan late men hem direct zijn richting zelf verbeteren, en controleere, dat hij werkelijk nu goed gericht is. Vindt de man zijn fout niet, dan wordt getracht hem op den goeden weg te helpen door hem die te noemen. Ziet hij het nu in, dan direct overgaan tot verbetering der richting, zoo niet, dan moet een laatste redmiddel worden toegepast. Naast het stuk met de foutieve richting wordt een andere mitrailleur geplaatst, die op vasten bodem geplaatst zuiver gericht 955 I. M. T. 60 1918.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 37