er heusch niet onder lijdenindien in den beginne niemand U op de gemaakte fout attent maakt en natuurlijk die fout besproken wordt, zal men later bij een herhaling begrijpen, dat ge de fout willens en wetens maaktet en niet uit onwetendheid. Het is zoo heerlijk aan denkende wezens theorie te geven in plaats van aan een paar half suffende en naar huis hunkerende, lummelende manschappen. En mocht het eens een enkele keer voorkomen, dat tengevolge hiervan iemand denkt, dat een fout gemaakt is, zonder dat zulks het geval is, ik zou haast zeggen, prachtig, men is er bij, men volgt de oefening, en den man overtuigen, wel, het is toch geen heksentoer. Gelijken tred houdend met de afstanden, waarop op schijven gericht is geworden, kan nu een aanvang worden gemaakt met het richten op tereindoelen en oorlogsdoelen, waarop slechts puntvuur behoeft te worden afgegeven en waarbij de geleiders prachtige diensten kunnen bewijzen door als schijf te fungeeren. Ook kunnen de stukken, meer of minder gemaskeerd opgesteld, oorlogsdoelen voor elkaar vormen. Alvorens nu tot het beoefenen van oefening 7 (breedstrooien) wordt overgegaan met los, moet eerst het vaststellen van de vleugels van een breed doel op de glijbaan onderwezen worden, waarbij men rekening moet houden met den eisch, dat nu alleen nog maar gericht mag worden op breede doelen, die in een hori zontaai vlak liggen, en waarvoor dus de mitrailleur niet scheef behoeft te worden gesteld Zoodra de leerlingen snel de vleugels van een doel op den glij baan kunnen vastleggen, moet het breedstrooien met los beoefend worden, en doet zich al direct de vraag voor, welk tempo moet den man geleerd worden vóór het strooien. Nu is over deze kwestie al iets geschreven geworden en werd ook daar geijverd voor een vereenvoudiging van het stelsel om voor elk geval de snelheid te berekenen (zie 1. M. T. Juni 1918 „Het schieten met den Mitr, M. 14" door G. Kloosterman, blz. 411 e. v.). Echter ook dat vind ik voor mij nog te ingewikkeld. Kan ik mij al niet voorstellen, dat van een behoorlijke toepassing van het geleerde sprake zal zijn on der vijandelijk vuur, indien men den man 3 tempo's leert, zoo acht ik berekening der strooisnelheid en toepassing daarvan voor eik speciaal geval al zeer bedenkelijk. Ik Zou dan ook zeer veel voelen voor één regelmatige snelheid, die onder elke omstandigheid gelijk, steeds moet worden toegepast. Daar de band de grootste eenheid vormt, die achter elkaar verschoten kan worden zonder onderbre king, ook in overeenstemming met het feit, dat een frontbreedte 958

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 40