beneden of boven het mikpunt aangeduid. De schutter leerde reeds
(oef. 1 en 2 V. A.) zijn mikpunt te veranderen in verband met hoog
of laag afkomen van den bundel, en moet dus nu alleen het geleer
de weten toe te passen.
Beschouwen we de bovenstaande figuur, waarbij het doel in A.
staat en de bundel voor het doel inslaande, in C. wordt waar
genomen. Het behoeft geen nader betoog, dat het schatten van den
afstand C A zeer lastig is, terwijl het meerdere malen zal voor
komen, dat zelfs het weten van dien afstand, geen verandering in
vizier ten gevolge kan hebben, omdat de nieuwe afstand niet op
den vizierboog voorkomt (bijv. 685 M). Wij willen dus opgemeten
hebben den afstand A F, den afstand dus van het inslaan van den
bundel onder het mikpunt, om dan met hetzelfde vizier, doch met
een mikpunt even ver boven het oude mikpunt, als de bundel er onder
viel, door te schieten. Daar F onder het maaiveld ligt en dus
niet waargenomen zou kunnen worden, terwijl bovendien de bundel
in dit geval reeds eerder het maaiveld snijdt, moeten wij ons be
palen tot het opmeten van de lijn D C en vragen wij ons af, of
hiermede een fout begaan wordt.
Daar dat opmeten zooals bekend op armlengte voor het oog
plaats heeft en dus feitelijk slechts een opmeting van evenredige
lijnen is, zal het er niet toe doen, of wij op armlengte D C opmeten dan
wel A C, mits werkelijk ook het verlengte van de lijn O C de schijf in
F zou snijden, m.a.w. of de drie punten O, C, F. in een rechte lijn liggen.
Nemen wij daartoe eens een concreet geval aan, bijv. het doel
staat op 700 M., de bundel valt in op 600 M.
Al dadelijk blijkt uit de figuur, dat hoek AOC feitelijk het verschil
van de schootshoeken van 600 en 7C0 M. is, die wij op armlengte
opmetend, door de lijn D C aangeven. Wij kunnen dus zonder te
groote fout te maken, aannemen, dat het verlengde van de lijn,
die het oog met het inslaan van den bundel verbindt, ook de schijf
zal snijden in het punt, waar de bundel in zou slaan, indien het
maaiveld niet reeds eerder de schoten zou opvangen.
Het opmeten van de lijn D C heeft nu plaats door een potlood
of dubbele d.M. op armlengte loodrecht voor zich uit te houden en
962