het vizier van 1425 M. terugvinden. De richtingen worden nu
gecontroleerd en, indien niet het door den Sect C. van gestelde
vizier wordt teruggevonden, uitgemaakt aan wien de schuld ligt.
Is bijv. het hulpmikpunt niet op het door den Sect.cmdt. gevonden
punt uitgezet, dan ligt de fout bij den waarnemer, anders bij den
schutter.
Leerlingen, die bij deze oefeningen blijken geven zeer zuiver het
hulpmikpunt te kunnen uitzetten, hetgeen steeds aangeteekend wordt
in het sectieboekje, moeten bij voorkeur aangewezen worden als No. 3.
Na behoorlijke vooroefening in het kampement worden de oefe
ningen voortgezet in het terrein aanvankelijk zonder, later met ge
bruikmaking van losse patronen. Het uitzetten van het hulpmikpunt,
waarbij de sectiecommandant de veronderstelde plaats van het inslaan
van den bundel in het terrein aangeeft, heeft nu plaats door de
hoogte onder of boven uit te drukken in schijfhoogte, dan wel zooals
reeds gezegd uit te zetten in het terrein, en aan te duiden door een
of ander markant punt.
De toepassing van het nu geleerde moet dan bij het gevecht-
schieten plaats hebben bij het inschieten op onbekenden afstand.
Wel zal dit nu reeds beoefend worden, doch indien men het vizier
laat veranderen in overeenstemming met de waarneming, leert de
practijk, dat in negen van de tien gevallen alles trekt naar het goede
vizier, hetzij omdat onze schietterreinen al heel weinig geheimen
meer hebben voor hen, die er geregeld op schieten, hetzij dat door
het schijfcorvee uit de school geklapt is, dan wel dat een vizier
met goede uitkomsten slecht geheim gehouden kan worden.
Laat men nu inschieten met een gewild verkeerd vizier en uit-
werkingsvuur afgeven met datzelfde vizier, dan hangt alles af van
een behoorlijke waarneming en uitzetting van het hulpmikpunt.
En het trekken naar een hulpmikpunt met behoorlijke resultaten
kan nu voorkomen worden door andere vizieren op te geven, waarbij
afwisselend plus en min resultaten verkregen worden.
De oefening kan nu een aardige concurrentieoefening worden,
door sectiesgewijze ploegen aan te wijzen, liefst ploegen met de
bediening, zooals werkelijk de stukken ingedeeld zijn.
Heeft de man nu begrepen, dat wel degelijk uitkomsten te ver
wachten. zijn met verkeerde vizieren, als slechts de mikpunten dien
overeenkomstig veranderd worden, dan moet den man hetscheef-
strooien (breedstrooien met scheef gestelden mitr.) geleerd worden.
Hierbij wordt den man duidelijk gemaakt, dat hij immer de
glijbaan evenwijdig moet stellen, hetzij aan de natuurlijke helling
964