Zou het geen aanbeveling verdienen om in het S.V.I. voor te schrij
ven, dat militairen, die voor de eerste maal in hun diensttijd met
karabijn bewapend worden
le. volledig de voorbereidende oefeningen met de karabijn leeren
uitvoeren
2e. daarna de schoolschietoefeningen der recruten doorloopen,
geheel overeenkomstig het tableau op pag. 50/51
3e. eerst daarna een aanvang maken met het schieten van de school
schietoefeningen voor geoefende militairen van voren af aan?
Dit kost natuurlijk meer tijd, doch die is zeer goed en kan zeer
vruchtbaar zijn besteed.
Het schieten met de karabijn, vooral van de jongere inlandsche
militairen (alleen Amb en Men. fuseliers schieten iets beter laat
buitengewoon veel te wenschen. En er is hier wel degelijk verbe
tering aan te brengen, mits men teruggaat tot het ontstaan van de
fouten en vandaar met geduld en zonder eenige overhaasting op
nieuw begint.
Gaat men bij verwapening over tot een opleiding, min of meer
overeenkomende met de hierbovenbedoelde, waarbij de man dus
geheel vertrouwd kan raken met zijn nieuwe wapen, dan zal tevens
weer de groote wenschelijkheid blijken om den infanterist gedu
rende zijn geheelen diensttijd (hier dus gedurende den tijd, dat hij
met karabijn bewapend blijft) over een en hetzelfde wapen de be
schikking te laten. D.w.z. het schietwapen wordt mee overgeplaatst.
Vooral bij de garnizoensbataljons, waar verplaatsingen van post naar
post nogal eens voorkomen, zou dit een aanmerkelijke vooruitgang
en munitie-besparing zijn.
Ook een enkele opmerking over de achterlijke schutters.
Toen ik dit jaar bij een detachement van 60 karabijndra-
genden aan de schoolschietoefeningen begon, kreeg ik na de 7e
oefening het merkwaardige resultaat, dat volgens 71, 2e alinea,
14 schutters zeer beslist achterlijk en nog een aardig aantal op
het punt van achterlijk waren. Het meerendeel bleek veel te snel
en met rukken te schieten en bij bijna allen was een zekere
vuurschuwheid tengevolge van den vrij krachtigen en niet behoor
lijk opgevangen terugstoot ontstaan. De algemeene indruk was,
dat de menschen niet vertrouwd waren met hun wapen. En dat
is zoo 'n wonder niet; zij hadden nimmer methodisch geleerd met
den karabijn om te gaan, zooals dit wel met het geweer het geval
was geweest.
969