Het zal wel geen nader betoog behoeven, dat er met alle krach ten alweer met alle krachten naar gestreefd moet worden om zooveel mogelijk scherpschutters te vormen. De scherpschutter doet ook in den modernen oorlog nog opgeld. Aar: de andere zijde heeft de chef van het wapen zich op het standpunt gesteld, dat de proef niet te eenvoudig moet zijneen scherpschutter dient ook werkelijk scherp te schieten. De oefening is niet bepaald gemak kelijk en eischt een vaardigheid, welke gedeeltelijk slechts door voortdurende oefening kan worden verkregen. Men kan er dan ook vrijwel van overtuigd zijn, dat tegenwoordig een scherpschutter iets presteert. Desondanks ontvangt de man bij eerste aanstelling een premie van drie heele guldensleder jaar wordt van hem een herhalingsproef geëischt en het voldoen aan die proef bezorgt hem de zeer aanzienlijke bate van één gulden. Waarom zijn die premies toch zoo laag en weinig loonend? Zou het nu werke lijk op de oorlogsbegrooting een zoo groot verschil maken, wanneer die premies op t 2 5 en 10 worden gesteld? Indien men in den ver volge iederen man z'n eigen schietwapen steeds liet behouden, zou men alleen door munitie-besparing tengevolge van het vervallen van herhaald probeeren en inschieten waarschijnlijk een voldoend bedrag kunnen uitsparen teneinde deze premies te kunnen verhoogen. Thans de schietprijzen. «Voor dit prijsschieten", aldus 105, „zullen voor rekening van den lande prijzen worden verstrekt". Die prijzen bestaan uit een overigens zeer leelijk eereteeken, waarop het nummer het aantal be haald prijzen aangeeft. Dat men nu voor de eerste maal, dat een schietprijs behaald wordt, geen premie hieraan verbindt, is begrij pelijk de prijs op zich zelf moet óók wat waard zijn. Maar waarom wordt geen regelmatig opklimmende premie verstrekt voor iedere volgende schietprijs Dat cijfertje valt weinig in het oog en is een wel wat heel billijke prijs. Zou het geen aanbeveling verdienen om aan den tweeden schietprijs een premie van 1.—, den derden één van 2.—, een vierden één van 3.— enz. te verbinden Het zal zoo heel verschrikkelijk duur niet zijn, doch daarentegen weer een goede prikkel om, óók door eigen=oefening, een hoogere schietvaardigheid te krijgen. 111een toevallig heel eigenaardige nummering voor een heel eigenaardige paragraaf begint robust en royaal: „de dag, waarop de prijzen worden uitgereikt, moet een feestdag voor de mindere militairen zijn". Accoorden iedereen applaudisseert waardeerend. 972

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 54