Maar dan komt het vervolg „De feestelijkheden, waarvoor de plaatselijke Cn., indien de stand der fondsen van de militaire sociëteit zulks toelaatgelden beschikbaar zullen stellen, worden door de K. (d.) Cn. vastgesteld." Ja, dat staat erEen feestdag voor de mindere militairen, be taald door de mindere militairen zelf. Want hij vormt de fondsen voor de sociëteit. En een dergelijke opzet van een regle mentair opgezetten feestdag klopt niet heelemaal. De fondsen voor zulke feesten behooren door het gouvernement te worden verstrekt. Maar het eigenaardigst is: hoe kan die dag tot feestdag gemaakt worden (het moet, schrijft het reglement voor), indien de stand der fondsen van de militaire sociëteit de beschikbaarstelling van gelden niet toelaat? Of worden het dan feestelijkheden op een droogje Dat kan toch de bedoeling niet zijn. Een enkel woord over de resultaten van het gewone schoolschieten. Ik heb hier voor me de schietbriefjes van 2 brigades (karabijn- bewapening.) In de eerste brigade (18 kar.) voldeden aan: A6 niet geschoten. A7 7 18 390/0. ^Gemiddeld 44.4 °/0 voldeden. In de tweede brigade (16 kar.) voldeden aan: A5 niet geschoten. At 3 19 °/0. (bij deze oefening werkten de at mosferische invloeden niet mee.) Gemiddeld 32.5 °/0 voldeden. Het schietboekje van de 3e brigade heb ik op 't oogenblik niet bij de hand, doch het vertoont in ieder geval geen beter resultaat. Zooals ik in het begin van dit opstel reeds betoogde, vermeen ik de hoofdzaak voor deze zeker niet schitterende resultaten te zoeken in het niet vertrouwd zijn der schutters met een hun nog ^onwennig" wapen. Doch hiernaast staat een factor, welke mij 973 A2 7 van de 18 of 39 °/0. A3 5 18 28 °/0. A4 12 18 67°/P. A5 9 18 50 o/0. A2 6 van de 16 of 37 °/0. A3 4 25 °/0. A4 7 44°/0. A5 6 37 °/0.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 55