De samenmerking tusscben infanterie
en artillerie.
Over dit onderwerp schrijft Kolonel Schutstal van Woudenberg
in het Wetenschappelijk Jaarbericht 1916 der I.K.V. op blz. 68:
„In ieder geval moet het met het gepraat over de liaison thans
uit zijn. We weten er thans genoeg van en hebben hard noodig
een bindend voorschrift, dat door elk bataljon en elke batterij ge
kend moet worden evengoed als de recruten- en kanonnierschool".
Hoe durf ik mij thans verstouten nog eens over dit onderwerp
te schrijven?
Daarvoor heb ik vele goede redenen.
In de eerste plaats weet ik zelf er nog niet genoeg van en be
schouw ik het als een oefening, die ook mij ten goede komt, over
dit onderwerp mijn gedachten op het papier te preciseeren.
En dan, ik moet het tot mijn spijt zeggen, ik had nog nimmer
het genoegen diegenen aan te treffen, die er al genoeg van weten.
Wat een genot zou het voor mij geweest zijn, bij hen in de leer
te mogen gaan!
Dan meen ik nog een goede reden te mogen vinden in het zacht
verwijt, waarmede de geachte schrijver zijn artikel vervolgt:
„Ook de in het afgeloopen jaar verschenen studie van kapitein v. d.
Poll is op dit punt veel te globaal en voorziet dus niet in de behoefte".
Neen, sterker nog, instede van „een bindend voorschrift" te
geven eindigde ik in bedoelde studie met eenige vragen, waarop
ik toen althans het antwoord niet wist.
Ik heb dus wel iets goed te maken en wil een poging doen, de toen
door mij gestelde vragen, in enkele waarvan het vermoedelijke ant
woord mocht doorschemeren, eenigszins afdoende te beantwoorden,
waartoe o. a. de „Tactische Wenken" mij een groote steun zullen zijn.
Wie echter mocht denken, dat ik iets zou kunnen geven, dat als
bindend voorschrift zou kunnen dienen, zal zeer bedrogen uitkomen.
Als hier sprake was van een uitsluitend technische kwestie, dan
zou ik wellicht een tijdelijk bevredigende oplossing kunnen geven.
Dit moet men zich echter eens voor al voor oogen stellen: het
vraagstuk is van overwegend tactischen aard. Niets is makkelijker
dan een voorschrift te geven, hoe de technische verbinding met de
infanterie moet worden onderhouden. Inderdaad, daar weten we
genoeg van, sedert telefoon en seinvlaggen zijn uitgevonden.
923
I. M. T. 58. 1918.