nog niet op dit standpunt te plaatsen. Nu is het natuurlijk logisch, dat men een officier, die aan de scherpschutterspoef heeft voldaan, geen premies toekent, doch zou het zoo erg dwaas zijn om hem een distinctief te geven? En als men hiervoor niets gevoelt, dan heeft het toch zeker reden van bestaan, dat ook op het „stamboek" van den officier wordt aangeteekend, dat hij scherpschutter is, ter wijl een dergelijke schietvaardigheid zeer zeker waard is om ook in de beoordeeling afzonderlijk vermeld te worden. Asymptoot. 980

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 62