nog niet op dit standpunt te plaatsen. Nu is het natuurlijk logisch,
dat men een officier, die aan de scherpschutterspoef heeft voldaan,
geen premies toekent, doch zou het zoo erg dwaas zijn om hem
een distinctief te geven? En als men hiervoor niets gevoelt, dan
heeft het toch zeker reden van bestaan, dat ook op het „stamboek"
van den officier wordt aangeteekend, dat hij scherpschutter is, ter
wijl een dergelijke schietvaardigheid zeer zeker waard is om ook
in de beoordeeling afzonderlijk vermeld te worden.
Asymptoot.
980