Waar de schrijver aanhaalt, dat kapitein Carstens vóór de 3-stukken batterij is, had hij ook de motieven van Majoor van Dam van Isseit tegen de 3-stukken batterij moeten aanhalen (Art. Tijdsch. No. 6 van 1918 Aan een eenzijdige belichting van zulk een uiterst gewichtig vraagstuk hebben wij niets. 20. Blz. 895 midden. „Kaliber, geschutsoort en samenstelling van batterij en afdeeling" zijn in 't geheel niet besproken. Schrijver heeft alleen zijn sterk gekleurde motieven aangevoerd tegen alles, wat niet met zijn voorstellen strook'. Op deze wijze kan ik evengoed bewijzen, dat ons leger bewapend moet worden met Coehoornmortieren De zaak is voor leger en volk te belangrijk, dan dat men op enkele persoonlijke en onvoldoende gemoti veerde meeningen een organisatie zou mogen voorstellen. 21. Blz. 897. Elk artillerist zal met mij hartgronaig hopen, dat de persoonlijke denkbeelden van den kapitein Kiès geen aan- knoopingspunt mogen vormen voor een te ontwerpen vast omlijnd plan voor de organisatie en bewapening der artillerie van ons toekomstig leger. Alleen op de wijze door kapitein Kiès aangegeven zal ons Indisch leger niet zoo spoedig mogelijk na beëindiging van den grooten oorlog in het bezit komen van een dusdanig samenge stelde en bewapende artillerie, als voor onze verhoudingen en onze bijzondere omstandigheden noodig is gebleken Het ontwerpen, construeeren en beproeven van een nieuw geschut- type, stel zelfs dat het eenig recht van bestaan had, kan jaren duren. J. B. Van der Poll. Kapitein der Artillerie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 66