fflemorie Dan flntiDoord op bel Derslag Dan bet afdeelingsonderzoeb naar de algemeene aanDullingsbeg ootinq Door 1919 (Uittreksel). IXde AFDEELING. Departement van Oorlog. Naar aanleiding van den door eenige leden uitgesproken wensch om inlichtingen omtrent den geest in het Leger, die huns inziens verre van bevredigend zou zijn, kan worden herhaald, hetgeen bil de behandeling van de ontwerp-begrooting voor 1919 te dien aan zien werd medegedeeld Van een algemeene ontevreden geest on der de militairen is gelukkig ook thans geen sprake. Behoudens de op 1 en 2 September ji. te Batavia en voor enkele dagen te Salatiga plaats gehad hebbende ongeregelheden, zijn geen ordeverstoringen voorgekomen, waarin militairen der landmacht be trokken zijn geweest. Uit het rapport omtrent de ongeregeldheden te Batavia is geble ken, dat een 100-tal Europeesche militairen daaraan heeft deelge nomen voorts dat de leiding van Soerabaia is uitgegaan, gedeeltelijk ook van den Bond van minder marinepersoneel, welke getracht heeft door leden van het leger pamfletten te doen verspreiden, als protest ItoninginVRegentes'1''18 dienstwei8eraars op Harer Majesteits Uit daaromtrent ingekomen berichten blijkt, dat met bedoelde demonstratie geenszins algemeen door de soldaten wordt ingestemd De onlangs bij Regeeringsschrijven aanbevolen maatregel om bij ram pen de hulp der militairen in te roepen, heeft niet zoozeer de strekking om de ontevredenheid in het leger „weg te nemen", als wel om mede daardoor zooveel mogelijk de eentonigheid van het soldatenleven nu groote expedities uitzondering zijn geworden, te verminderen. £oo is thans ook het denkbeeld in overweging om voor de Euro peesche militairen de gelegenheid wfeer open te stellen om geplaatst te worden op de eilanden buiten Java. Overigens wordt gestadig voortgegaan met het overwegen en treffen van maatregelen tot verbetering van de toestanden in het leger. Dezer dagen heeft de benoeming plaats gehad van eene commissie, waarin ook militairen beneden den rang van officier zitting hebben welke commissie de militaire inkomsten zal vergelijken met die van e ongeveer in overeenkomstigen stand geplaatste andere militaire en niet-mihtaire landsdienaren en van hare bevinding verslag uit brengen. Deze bevinding zal de basis moeten leveren voor de verdere herziening van de materieele stelling der militairen in het algemeen. Ten aanzien van de opmerkingen in zake gelijke be handeling van miliciens en vrijwilligers kan mede worden volstaan met de dienaangaande in de beantwoording van het voorloopig 996

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 78