verslag op de ontwerp-begrooting voor 1919 gegeven verklaring, dat alle voorschriften en bepalingen voor beide categoriëen van landsdienaren volkomen gelijk zijn. In verband met den korte- ren diensttijd onder de wapenen heeft voor miliciens voorloopig eene gewijzigde verstrekking van kleeding plaats, waarin echter geenzins eenige bevoorrechting kan worden gezien. Ter uitvoering van artikel 8 van het dienstplichtbesluit (Staatsblad 1918 No. 70) is bij het besluit in Staatsblad 1918 No. 271 eene voorloopige regeling vastgesteld voor de toekenning van tegemoet komingen in de middelen tot levensonderhoud van het gezin of andere van den dienstplichtige afhankelijke personen, tijdens het verblijf in werkelijken dienst van den kostwinner. Er bestaat geen bezwaar tegen inzicht te geven in den toestand in de strafgevangenis te Tjimahi. Mochten enkele leden van den Volksraad een bezoek aan die inrichting wenschen te brengen, dan is de Legercommandant bereid hen daartoe in de gelegenheid te stelfen. In hoever de verklaringen, die de heer Brandsteder volgens de dagbladen met betrekking tot die inrichting voor den Kaaa van Justitie te Soerabaja heeft afgelegd, juist zijn, kan blijken uit het navolgende Het voor die inrichting vastgestelde reglement wordt naar behooren opgevolgd Voorstellen om het strafstelsel te wijzigen overeenkomstig dat in de burgerlijke gevangenissen, zijn in behandeling. Aan de straf van rottingslagen werden van 1912 af tot het jaar 1917 in het geheel 9 Europeesche militairen onderworpen. Gedurende het jaar 1917 werd die lijfstraf opgtlegd aan 2 niet- Europeesche en 1U Europeesche (i), van den militairen stand ver vallen verklaarde, veroordeelden, terwijl in het loopende jaar die straf niet behoefde toegepast te worden. Voor het toedienen van die straf wordt telkens een der korpo raals niet volgens toerbeurt, bepaaldelijk aangewezen. Voor zoover is kunnen worden nagegaan, is het nimmer voorgeko men, dat geweigerd werd aan een dusdanig bevel gevolg te geven en er is evenmin sprake van geweest, dat uit dien hoofde een der kor poraals in bevordering werd voorbijgegaan, zooals volgens de sol- daten- en matrozenkrant van 1 October Nc 14 door genoemden Brandsteder zou zijn verklaard. Vrijstelling van de uitoelening van bedoelde s'raf wordt alleen verleend, indien daarvoor alleszins gegronde redenen kunnen wor den aangevoerd, bij voorbeeld ingeval er tusschen den gestrafte en den meerdere een zeer gespannen verhouding bestaat. Bij de toediening van de lijfstraf is steeds een geneesheer aanwe zig, die vóór den aanvang er zich van vergewist, of de straf zon der nadeel voor de gezondheid kan worden ondergaan en mede daarvoor tijdens de toediening van de slagen nauwlettend toeziet, Deze veroordeelden waren tijdelijk in de militaire stiafgevangenis opgenomen wegens gemis aan ruimte in de burgerlijke gevangenis. Voor het meerendeel waren het gewezen militairen, onder wie niet dan met de zwaarste straffen orde en tucht waren te handhaven. 997

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 79