Aan vorenstaande verklaring valt niets toe te voegen; volstaa
moge worden met de aandacht er op te vestigen, dat op de ontwerp
begróoting voor 1919 hooge bedragen zijn uitgetrokken om het ver
schil in dienstvoorwaardeo tusschen de drie hoofdgroepen (Europeaner
Amboineezen (Menadoneezen), inlanders) tot gefingere afmetinge
terug te brengen, in somige opzichten zelfs geheel op te heffen.
Hoofdstuk I. Uitgaven in Nederland.
Onderafdeeling 93. Verlofs- en non-activiteitsbezoldigingen.
De opmerking betreffende den datum van ingang van de nieuwi
verlofsbezoldiging voor de officieren heeft blijkbaar betrekking oj
het laatste lid der toelichtingen bij de onderafdeelingen 93 en 3581
{gedrukt stuk No. 3, bladzijde 1).
Omtrent deze opmerking zij medegedeeld, dat het verleenen var
terugwerkende kracht aan eenigen maatregel altijd een min of mee
willekeurig karakter draagt. Toevalligerwijs is de laatste herziening
van de activiteitsbezoldiging der officieren eerst in 1917 tot stanc
gekomen, doch die herziening had evengoed kunnen dateeren var
5 a 10 jaren geleden, in welk geval van terugwerkende kracht toef
zeker wel geen sprake zou zijn geweest. In dit geval werd he
niet noodig geoordeeld de nieuwe bepalingen in werking te doer
treden op een tijdstip, voorafgaande aan den lsten Januari van he
volgend jaar 1919).
Het geldelijk bevoordeelen van zieke landsdienaren boven d<
overige verdient in het algemeen uit een billijksheidoogpunt weinig
aanbeveling en de toepassing van dat beginsel zou zeker niet bij
dragen tot het aankweeken van een goeden geest.
Onder af deeling 3 33, onderdeel b. Uitgaven van personeelen aard
van de afzonderlijke Inlandsche korpsen.
In verband met de opmerking, dat de officieren van de Barisanj
buitengewoon slecht betaald worden kan worden medegedeeld dat
sedert eenigen tijd eene algeheele herziening van de opleiding tof
officier bij de korpsen barisan en het legioen van Mangkoe Negoro
ter hand is genomen.
Niet alleen zullen zoowel de toekomstige officieren, als de tegen
woordige, die blijken geven aan de nieuwe eischen te voldoen,
beduidend beter bezoldigd worden dan thans het geval is, doch
ook de betaling van hen, die reeds in dienst zijn, doch geen kans
meer zien te voldoen aan de nieuwere eischen van kennis en ont
wikkeling, zal verbeterd worden.
De daarmede verband houdende werkzaamheden zijn zoodanig
gevorderd, dat met vorenbedoelde herziening rekening zal kunnen
worden gehouden bij de ontwerpbegrooting voor 1920
Omtrent het strafwezen voor de militairen zijn door de Regeering
voorstellen gedaan aan het Opperbestuur Den Minister van Kolo
niën is eenigen tijd geleden telegrafisch verzocht de afdoening te
bespoedigen.
1000