Dat de toelagen voor de vliegeniers te gering zouden zijn, kan
vooralsnog niet worden toegegeven, doch zal andermaal ernstig
worden nagegaan.
Inlanders zijn niet uitgesloten van dienstneming bij het vliegkorps.
Dat tot nog toe geen aanneming plaats had van personen van dien
landaard, vindt zijn oorzaak uitsluitend in de zeer beperkte orga
nisatie van het vliegwezen, welke o.a. het nemen van proeven
met de bruikbaarheid van Inlanders thans nog niet wenschelijk
maakt.
Niet-militairen van welken zich enkele voor den vliegdienst
hadden aangeboden kunnen uiteraard niet worden aangenomen,
daar geen enkele waarborg bestaat, dat in oorlogstijd over hunne
diensten zal kunnen worden beschikt, en zij meestal ook zeer be
perkt waren in den tijd, dien zij voor de vliegopleiding beschikbaar
konden stellen.
Eene opleiding tot militair vliegenier eischt minstens 2 jaar onafge
broken dagelijksche oefening, terwijl ook daarna het geleerde hehoort
te worden onderhouden. Slechts burgers, die een militair verband
wenschen aan te gaan en overigens ook voor den vliegdienst
geschikt bevonden worden, zouden daar een plaatsing kunnen
vinden.
Onder af deeling 419A. Uitgaven voor vrijwilligerskorpsen.
Omtrent de militaire bruikbaarheid van het vrijwilligerskorps ter
Oostkust van Sumatra staan geen gegevens van den laatsten tijd
ten dienste. Eenigen tijd geleden is den Militairen Commandant
van Atjeh en Onderhoorigheden opgedragen zich dienaangaande
op de hoogte te stellen en daaromtrent verslag uit te brengen.
In ieder geval ligt het in de bedoeling, om het korps, in vereeni-
ging met de in Atjeh en ter Oostkust van Sumatra gelegerde troepen,
te doen deelnemen aan de verdediging van het gewest tegen een aan
slag van buiten. Het zal daartoe bij oorlogsgevaar tijdig moeten
worden gemobiliseerd, ten einde de geoefendheid nog zooveel mo
gelijk te vermeerderen.
De uitgaven voor het korps gedaan, hebben op grond van het
vorenstaande ongetwijfeld ten rechte plaats gehad en zouden zelfs
te rechtvaardigen zijn, indien aan het korps de meer beperkte taak
ware toegedacht van verzekering van de inwendige orde en rust,
de beveiliging van personen en goederen in buitengewone tijdsom
standigheden.
De statuten van het korps worden ter griffie van den Volksraad
neergelegd.
1003