Verder zullen de Bat.C. en de B.C. zoo mogelijk nog een of meer duidelijk afteekenende punten in het oog nemen, die later zullen kunnen dienen voor het doen van aanwijzingen aan dearti- ierie. In Europa zijn dergelijke punten (kerktorens, hoeven enz.) dikwijls gemakkelijk te vinden, hier daarentegen zeer lastig, terwijl men de zekerheid moet hebben, dat vergissingen zijn uitgesloten. Misschien zal het een zeer goed herkenbare boom kunnen zijn, een heuveltopje, een huis of iets dergelijks. Men moet wel weten, dat door verschilzicht hetzelfde voorwerp er van een andere plaats ge heel verschillend kan uitzien, en dat dus het aanwijzen van boom groepen, kampoenghoeken e.d. meestal zeer gevaarlijk is. Wanneer moet nu met het schieten van merkpunten begonnen worden? Niet te vroeg, want dan ziet de infanterie ze toch niet. Men dient hieromtrent een afspraak te maken. Het kan b.v. wezen, dat hiervoor het signaal „vuur openen" moet worden afgewacht. De Bat.C. moet nu echter niet verwonderd wezen, indien hij de artillerie al eerder hoort vuren. Daar de B.C. namelijk het doel niet kan zien, is hij verplicht van te voren eenige gegevens te verzamelen, en wel hoofdzakelijk betreffende de verdeeling van zijn richtlijnen en betreffende de springhoogte. Hij zal dan ook eenige lagen afvuren in een wellicht geheel willekeurige richting. Van de verkregen gegevens gebruik makende zet hij daarna zijn batterij zoo goed mogelijk in de afgesproken richting. Hij zal daarbij trachten, de schoten zoo hoog te doen springen, dat zij door de infanterie met zekerheid zullen kunnen worden waargenomen. Het punt, waar de schoten zullen vallen, wordt liefst zoodanig gekozen, dat het in of nabij de verdedigingslijn van den vijand valt. Uit den aard der zaak is het dan het gemakkelijkste, de lig ging van het vuur te regelen, en heeft men dan het minste last van wat men noemt „verschilzicht". Gedurende den loop van het gevecht zullen aan de artillerie ver schillende berichten moeten worden gezonden. Het is van het hoog ste belang, dat een speciaal orgaan belast is met het overbrengen van deze uiterst gewichtige berichten en dat zij gesteld zullen zijn in een voor den artillerist alleszins begrijpelijke taal. Zij moeten worden opgemaakt door iemand, die de techniek van het artillerie vuur volkomen beheerscht. Daarom is het noodig, dat met de infanterie een berichtofficier van de artillerie wordt meegezonden. Waar verder de artillerie ondergeschikt is aan de infanterie, is het gewenscht, dat de artillerie zorgt voor alle verbindingsmiddelen. 927

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 9