Uil de Practijfe. Genie bij den Trein. Wij zijn niet rijk gezegend met genietroepenPer brigade wordt beschikt over een halve compagnie. Voor het gebruik gedurende een marsch is om zoo te zeggen maar een recept: een gedeelte bij den voortroep der voorhoede en een gedeelte bij de Artillerie en Mitrailleurs. [V.V.pt 78 (4)]. Taak bij de voorhoedeweginspectie en verbetering met het oog op de volgende hoofdmacht (V.V.pt. 155). Volkomen logisch, maar- achter de hoofmacht komt de bagagetrein en daar weer achter de algemeene trein, beide elementen in het militaire samenstel, welke niet gaarne zouden worden gemist Nu hangt het geheel van de soort weg af, of deze, en de over gangsmiddelen er in, kans hebben vernield te zijn tegen dat de treinen er gebruik van moeten maken. Langs de groote wegen der halve is geenerlei zorg voor de treinen daartoe noodig. Maar anders wordt het, wanneer langs secundaire wegen wordt gemar cheerd. Het is aan het hoofd van de troepenmacht zeer moeilijk om te schatten, of een brug of duiker het houden zal, totdat de geheele troep en de treinen gepasseerd zullen zijn en mocht de schatting bij aankomst van de trèinen blijken verkeerd te zijn ge weest, dan ontstaat dikwijls een oponthoud, waardoor de verpleging van den troep te wenschen gaat overlaten. Bij de treinen is geen deskundig personeel om onmiddellijk tot herstel van het euvel te kunnen overgaande practijk is, dat van een op inzakken staande brug of duiker zoo lang gebruik gemaakt, dat een kar (om niet te spreken van een auto) er mede inzakt, assen breekt of geheel onderst boven gaat. Nu begint de misère pas goed, een heeletijd gaat verloren, totdat eindelijk met ondeskundig personeel aan het herstellen wordt getrokkenom eenige honderden meters verder weer voor hetzelfde geval te staan. Het zou n.m.m. een daad van wijs beleid zijn, indien een troepen commandant, die een secundairenweg moet begaan, een kleine afdee- ling genie voor den B.T en den A.T. laat marcheeren voor inspectie en verbetering. Zou het geen aanbeveling verdienen hierop de aandacht te vestigen in het V. V. S. Bet Doorloopig onderzoek. Zonder omslachtig te zijn, behoort het voorloopig onderzoek wel degelijk met de meeste nauwkeurigheid te worden gehouden, en zoo noodig, zelfs zeer uitvoering te zijn, omdat daarop alleen beslist moet en kan worden, of er al dan niet termen bestaan, om tegen een militair rechtsingang te verleenen''. Barré blz. 94 par. 3. 935

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 67