De poging raakt de maag van den soldaat. En nu is het van algemeene bekendheid men kan dit thans in de Europeesche lan den aanschouwen dat men door het vullen van de maag steeds succes heeft, niet om grieven weg te nemen, maar om de alge meene ontevredenheid te wenden, te keeren. In dit verband kan ik mij niet vereenigen met de conclusie van ons geacht medelid, den heer Pabst, dat de actie van de z g. geest drijvers tot resultaat heeft gehad, dat de soldaten in de gevangenis terecht zijn gekomen. Mijn conclusie is, dat het resultaat is geweest, dat om in het algemeen te spreken de soldaat betere soep heeft gekregen. En nu wil het mij zonderling voorkomen, dat eerst, nadat martelaars zijn gemaakt, de Regeering ertoe gekomen is, om in sneller tempo te doen, wat mogelijk is, om „bekende" grieven weg te nemen. Ik heb dan ook niet nagelaten, mijn afkeuring uit te spreken over een dergelijk beleid, een beleid dat den indruk vestigt, dat de Re geering alleen door dwang en ten koste van slachtoffers - bereid is, concessies te geven. Ik heb zooeven geglimlacht, toen de heer Bergmeijer sprak van „mijn geachte medeleden". Ik heb geglimlacht, omdat ik wist, wat er komen zou. Er zou een handig gebruik gemaakt worden van de schijntegenstelling, dat ik zou aandringen op maatregelen ter verbetering van legertoestanden, en dat ik, als het er op aankwam, mijn stem zou weigeren om de gelden te geven ter verbetering van legertoestanden. Ik heb zooeven gezegd, dat de heer Bergmeijer verkeerd gelezen heeft, thans moet ik zeggen, dat de heer Bergmeijer verkeerd ge hoord heeft. Ik heb toch niet nagelaten te zeggen om te motiveeren, dat en waarom ik mijn stem niet wil geven ten gunste van de legerbegrooting. Daarnaast heb ik den weg gewezen, waarlangs men dient te gaan om de „bekende" grieven weg te nemen en toch binnen het raam te blijven van de toegestane begrootingsgelden. En nu is de heer Bergmeijer weer handig geweest om de militairen te wijzen op dergelijke behartigers van hun belangen, door te zeggen „Kijk, dat zijn nu de menschen, die beweren voor verbetering te zullen strijden en toch weigeren gelden toe te staan in het belang van die verbeteringen". Mijnheer de Voorzitter! Nogmaals, die is meer handig dan juist. In principe ben ik tegen alle legeruitgaven in dit land. Als het van mij afhing, dan hadden we hier geen soldaten. Ik vraag mij af, of in dat geval de menschen, die tegenwoordig soldaat zijn, het niet beter zouden hebben dan thans in de kazerne, waar ze leven onder omstandigheden, voor het bestaan waarvan Z. E. de Legercomman dant volgens eigen verklaring zich schamen moet. Met volle overtuiging geef ik op deze vraag een bevestigend antwoord. Ik wil dus den wortel van het kwaad dezer maatschappij aan tasten en blijf dan mijn beginselen getrouw; ik ben nl., zooals de heer Bergmeijer weet, radicaal. 98

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 100