WereldDrede.
De bladen berichtten in den loop van deze maand, dat het Op
perbestuur in Nederland aan de Indische Regeering had getelegrafeerd,
dat met het oog op den verwachten volkerenbond en de daarmede
samenhangende beperking der bewapeningen een paar belangrijke
posten betreffende de verdediging van dit eilandenrijk van de be
grooting voor 1919 waren geschrapt en dat op de begrooting voor
1920 geen uitgaven voor verdedigingswerken en nieuw materieel
toegestaan zouden worden. Ongeveer gelijktijdig bevatten de bladen
een telegram meldende, dat de werkzaamheden aan een der voor
Indië in aanbouw zijnde kruisers waren stop gezet.
Indien bovenbedoelde berichten juist zijn, en wij hebben geen
aanleiding om aan hunne juistheid te twijfelen, dan blijkt er uit,
dat de verantwoordelijke Regeering in Nederland vast overtuigd is
van het tot stand komen van een volkerenbond op het oogenblik
nog toekomstmuziek en het meeste vertrouwen in de zegenrijke
werking van dien bond heeft. Wij kunnen dan binnen korten tijd
veel verder strekkende maatregelen verwachten.
Immers, wanneer het Opperbestuur in Nederland een onbeperkt
vertrouwen in den a. s. volkerenbond c. a. tot grondslag van
zijne militaire politiek in deze gewesten maakt, dan zijn in de
toekomst alle militaire maatregelen tegen een mogelijken buiten-
landschen vijand overbodig en derhalve in alle opzichten af te
keuren. M. a. w., de boven genoemde berichten geven alle aanleiding
om te rekenen op eene reorganisatie van het leger tot een een
voudig machtsmiddel tot handhaving van de inwendige orde en rust.
Het Indische Leger is in zijne tegenwoordige gedaante niet bij
machte een ernstigen aanval op dit eilandenrijk met redelijke kans
op goeden uitslag te keer te gaan en daarom eigenlijk eene bron
van geldverspilling, waarbij wij echter niet mogen vergeten, dat
het werkelijk niet ontbroken heeft aan talrijke ernstig gemeende
voorstellen om onze weermacht bestand te maken tegen een
(1) Ctf dat vertrouwen kans heeft nooit beschaamd te worden, laten
wij thans buiten bespreking.
109
1. M. T. 8 1919.
