buitenlandschen vijand, en dat vele van die voorsteilen, zij 't in een zeer langzaam tempo, tot uitvoering zijn gekomen, evenwel zonder afdoende verbetering te brengen in den sedert jaren be- staanden, onhoudbaren toestand Maar het is niet ons voornemen de lijdensgeschiedenis van de weerbaarmaking van deze gewesten te behandelen, doch alleen om er op te wijzen, dat de tegenwoordige toestand niet mag ge duld worden, zoolang men nog gelooft aan de mogelijkheid van een aanval van buitenhalfheid op dit gebied leidt tot niet toe te laten geldverspilling in vredestijd en tot groote, volstrekt nut- telooze verliezen in oorlogstijd met eene onvermijdelijke nederlaag als slot. Wij hopen dan ook, dat, indien de vredesonderhandelingen het verwachte resultaat hebben en het Opperbestuur daarin aanleiding vindt om op den reeds ingeslagen weg voort te gaan en dus het leger te reorganiseeren tot een z.g. politieleger, het die reorganisatie in al hare consequenties zal doorzetten, dus zonder eenigen dienst, instelling, enz. te behouden, welke alleen in een leger tegen den buitenlandschen vijand past. Is het vertrouwen in de werking van den volkerenbond daarvoor niet groot genoeg, welnu, dan is uit breiding van het leger als beschreven in de Nota van Antwoord van de Regeering op het afdeelingsverlag van den Volksraad op de begrooting voor 1919 met al hare gevolgen dringend nood zakelijk; is daarentegen het vertrouwen in de werking van den volkerenbond zoo groot, dat verandering van vlag onbestaanbaar voorkomt, dan ontdoe men het leger van alles, dat uitsluitend nut tegen een buitenlandschen vijand heeft, bijv. de opleiding aan de hoogere krijgschool, de verplichte krijgsdienst voor Europeanen en Inlanders, de artillerie, althans voor een zeer groot gedeelte (2), enz. enz. Een middenweg leidt tot geldverspillingde tegenwoordige toestand onzer weermiddelen laat daaromtrent geen twijfel toe. Komt het zoover, dan zal men dienen te overwegen, of de thans bestaande gewapende politie in haar tegenwoordigen vorm moet blijven bestaan en of zij met het te scheppen politieleger onder één departementschef gebracht moet worden. indien het vertrouwen van het Opperbestuur in den volkerenbond werkelijk niet misplaatst blijkt, dan zal eene reorganisatie van het legér tot eene politiemacht zegenrijke gevolgen voor de ontwik- (1) I. M. T., 1918, blz. 534. (2) De veel besproken omvorming der artillerie is dan ook van de baan. 110

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 116