peesch tijdschrift vond, moet de reden daarvan zijn, dat bij den
steeds grooter geëischten schootsafstand en dus langer worden van
den houwitser (tot 20 kalibers), 12 cM te zwaar werd voor paar-
dentradie. Dit bezwaar nu geldt voor ons niet, omdat wij voor de
veldhouwitsers heelemaal geen Australische paarden beschikbaar
hebben.
Welnu, als wij dus toch voor de veldhouwitsers, uit gebrek aan
paarden, autotradie moeten kiezen, waarom dan geen 12 cM. in-
plaats van 10.5 cM. Veldhouwitser Ik voor mij koos het machtigste
kaliber.
Ook de Kolonel Logger en de Maioor van Dam van Isselt heb
ben het in hun jongste artikelen in net Artilleristisch Tijdschrift nog
steeds over 12 cM. Veldhouwitsers.
Aan het slot van mijn eerste artikel schreef ik „In het boven
staande gaf ik uiteraard mijn persoonlijke denkbeelden, in de
„hoop, dat die een aanknoopingspunt mogen vormen voor een te
„ontwerpen vastomlijnd plan voor de organisatie en bewapening
„der Artillerie van ons toekomstig leger."
Ik hoopte dus op een vruchtdragende gedachtenwisseling, waar
uit dan het beste zou zijn te distilleeren. Het zou immers wel een
vreemd standpunt zijn, als ik vermeend had, dat mijn ontwerp het
alleenzaligmakende was.
Wanneer echter de kritiek zich slechts tot afbreken gaat bepalen,
zooals mij reeds werd aangekondigd, dan wordt daarmee de zaak
niet gediend. Mijn bedoeling was: opbouwen!
Overigens nog dit:
Bij slot van rekening is in dergelijke opstellen als het mijne, de
keuze van bewapening en samenstelling der eenheden gegrond op
getheoretiseer, op voornemens en verwachtingenhet blijft dus altijd
voor een groot deel een quaestie van appreciatie. Verschil van
meening zal er dus altijd wel zijn. Laten wij echter elkaar waar-
deeren in onzen arbeid; we trachten toch niet ons eigenbelang,
doch het groote legerbelang te behartigen.
Ch. Kiès,
Kapitein der Artillerie.
Naschrift.
Nadat vorenstaande toelichtingen waren geschreven, verscheen
in het December-nummer van dit tijdschrift een bestrijding van
mijn eerste artikel, en wel van de hand van den Heer van der
Poll.
116