Reeds bij voorbaat maak ik er op opmerkzaam, dat ik tal van zaken, die bij de bestudeering van het vraagstuk te pas komen, ongenoemd zal laten, omdat ik hier alleen den weg wil bespreken, waarlangs de studie zou moeten worden geleid Zoo laat ik b.v. het gebruik van berggeschut bij wijze van infanteriegeschut ook in terreinen, waar veldartillerie kan optreden, het vraagstuk van het eigenlijke infanteriegeschut, berghouwitsers en al dergelijke verder onaangeroerd. Een punt, dat verder in het oog moet worden gehouden is, dat het aantal kanonnen per duizend geweren natuurlijk sterk afhan kelijk is van de nader vast te stellen verhouding van de geschut- typen, Door de eene geschutsoort in de plaats te stellen van de andere, zal men van een bepaalde bestemming iets wegnemen, en dient men zich wel ernstig af te vragen, welke compensatie daar voor kan worden gegeven. Vervangt men b. v. het veldkanon door den veldhouwitser, dan vermindert men het vlakbaanvuur tegen levende doelende vraag zal dan ook onmiddellijk moeten worden opgelost, hoe men ook met de houwitsers aan dit vuur voldoende recht zal kunnen laten wedervaren, zonder het evenwicht ernstig te verstoren. Evenzoo zal men bij aanschaffing van zware artillerie ten koste van lichte artillerie dienen te overwegen, hoe alle belangen zullen kunnen worden gediend. En een zeer voorname consequentie, die altijd een onomstootelijke waarheid is gebleken: het eischen van minder vermogen brengt noodzakelijk mede een vermeerdering van het aantal. Deze waarheid op zichzelf is al meer dan voldoende om alle lust te doen vergaan in buitenmodel eenheidskalibers, die een zoo danige uitbreiding aan artillerie zouden eischen, dat het middel erger zou zijn dan de kwaal Trouwens, de oorlog heeft meer dan ooit de noodzaak bewezen van- specialiseering. Weg met de eenheidskalibers, weg met veldkanonnen tevens houwitsers, weg met de eenheidsprojectielen en al dergelijke „eetketels tevens bedkoets". Men zette oogen en ooren open en zal ontwaren, dat al deze zaken in den oorlog onherroepelijk worden gebannen. Om het vraagstuk van de organisatie van de artillerie van ons veldleger op te lossen, zal men beginnen moeten het gebied der politiek "te betreden. Zooals alle groote zaken betreffende het le- 121

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 127