artillerie. Zooals bekend, gaan er steeds meer stemmen op de stellingartillerie zooveel mogelijk mobiel te maken en de scheiding, die er thans nog bestaat tuschen beide soorten, zooveel mogelijk op te heffen. Er wordt naar gestreefd het kaliber, desnoods de geschutsoort van beide artilleriën, zooveel mogelijk gelijk te maken. Het zou natuurlijk een ongelukkig terugkrabbelen zijn, indien men deze zaak nu juist ging omdraaien, en artillerie van het veld leger in de stellingen ging houden om die alleen, wanneer zij noodig blijkt (dus te laat), op te roepen. Het vraagstuk van onze stellingaitillerie zal dus opnieuw onder de oogen moeten worden gezien, en wel voor of gelijktijdig met dat van de veldartillerie. Hier is weer een nieuw terrein vooruit- gebreide studie. En een zeer moeilijk terrein, want al is het vraagstuk, over welke stellingartillerie wij moeten beschikken, zeer goecT oplosbaar, gemakkelijk is het niet. Ook ten deze zal men weer beslist moeten weten, welke lijn bij de verdediging van Java zal worden gevolgd, om daarna door nauwgezette bestudeering van het terrein in alle mogelijke stellingen te komen tot een oplossing van wat aan stellingartillerie kan en moet worden geëischt. Het munitievraagstuk treedt een nieuw en moeilijk stadium in. Bij onze tegenwoordige formaties vroeg men zich reeds met schrik af, hoe het mogelijk zou zijn voldoende munitie in voorraad te houden, dan wel munitie hier te lande aan te maken Wordt de artillerie uitgebreid, komen er zooveel grootere kalibers en meer dere soorten bij, dan wordt het vraagstuk nog moeilijker oplos baar en dient te gelijkertijd in beschouwing te worden genomen. Tot nog toe heb ik het financiëele vraagstuk niet aangeroerd. Uit den aard der zaak is dit echter een der beslissende factoren. Het is uit den aard der zaak onmogelijk om, als men niet over alle officiëele gegevens beschikt, een ook maar eenigszins benaderende som te noemen. Waar enkele prijzen mij echter ongeveer bekend zijn, kan ik wel met eenige zekerheid beweren, dat een bevredigende organisatie niet mogelijk is beneden de lö-OOO-OOOC) voor eerste aanschaffing van materiëel, afgezien dus van de kosten, die noodig zullen zijn om zulk een artilleriemacht op de been te houden. Ik ben intusschen van meening, dat wij zeer verkeerd zouden doen, indien wij ons bij een eventueele reorganisatie in Indië reeds zouden bekommeren om de financiëele zijde van het vraagstuk, (i) Vervanging van onze verouderde veldkanonnen niet meegerekend. 124

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 130