In allen gevalle geen struisvogelpolitiek. In de eerste plaats moet
worden nagegaan, op hoeveel ons het in vredestijd aanschaffen van
een voldoenden paardenstapel kan komen te staan, en of dat mis
schien te dragen is.
In .de tweede plaats zal bestudeerd moeten worden, of het mis
schien mogelijk is onzen particulieren paardenstapel uit te breiden,
onder gelijktijdige invoering van een vredessterkte aan paarden zoo
groot, als maar eenigszins mogelijk is.
Als mogelijkheden (misschien zijn het onmogelijkheden) noem
Het op ruime schaal steunen van de paardensport in algemeenen zin.
Het subsidieeren en verleenen van faciliteiten aan renvereenigingen.
Het bevorderen van paardensport onder officieren, het bevorderen
van den aankoop van paarden uit eigen middelen.
Het subsidieeren onder zekere voorwaarden van particuliere stal
houderijen (wat doet men al niet voor het subsidieeren van het
vrachtautobedrijf
Het bevorderen van de paardenfokkerij.
Het stellen van eischen aan paarden in gebruik bij publieke in
stellingen (reinigingsdienst, besproeiing, besteldiensten enz.).
C. q. het uitbesteden van paarden aan publieke instellingen en aan
particulieren.
Is het niet mogelijk Java te maken tot een soort doorvoermarkt
voor Australische paarden, ook al moet het gouvernement er geld
op toeleggen, onder voorwaarde, dat deze paarden bij mobilisatie
opgevorderd mogen worden?
Moet trekken door inheemsche paarden, zelfs door trekossen, met
nog eens overwogen worden?
Zooals ik zeide, ik stel niets voor, maar meen, dat alle mogelijk
heden ernstig moeten worden overwogen.
Bij de bestudeering van dit vraagstuk zullen wij ook eens een
oog moeten slaan op Japan, dat een paardenarm en bovendien een
automobielenarm land is.
Maar als het nu onmogelijk blijkt om op een of andere wijze in
levende trekkracht te voorzien?
Welnu, dan is het vraagstuk niet eenvoudig op te lossen door
autotractie in te voeren. Dat zou ons een niet in te halen achter
stand op den vijand geven. Dan moet de oplossing gezocht worden
in een geheel andere richting. Wellicht zullen wij dan moeten a -
zien van een werkelijk veldleger, en ons heil moeten zoeken in
130