bovendien zal men over het algemeen van uit de hoogte niet kun
nen uitmaken, welke de windrichting vlak bij den grond is.
2. In den regel zal men door de beweeglijkheid der luchtlagen
zijn volle zweefvermogen niet kunnen benutten en zal het raad
zaam te achten zijn de snelheid niet tot een minimum te reducee-
ren om voldoende bestuurbaarheid te kunnen blijven behouden
overigens verdient nog vermelding, dat de minimum snelheid van
de Ned.-Indische verkenningstoestellen ruim 70 K.M. per uur be
draagt, bij geringere snelheid valtonen.
3. De soort van landingen als bovenbedoeld zijn alleen te maken,
als het weder deze toelaat, als namelijk de lucht bij het aardop
pervlak nagenoeg in rust is, daar bij geringe snelheden het toestel
vrijwel onbestuurbaar wordt. i
Als regel zal, vooral in de hooger gelegen gedeelten van indie
en voor op zeepeil gelegen plaatsen na een uur of 8 'smorgens, de
lucht bij het aardoppervlak normaal zeer beweeglijk zijn, zoodat
bijna altijd een snelle landing te verkiezen zal zijn om de kans te
vermijden bij een langzame te verongelukken door een luchtsto-
ring, die men door gemis aan voldoende bestuurbaarheid niet meer
zou kunnen tegengaan.
In Indië is sedert het begin van het militaire vliegwezen slechts
eens een noodlanding op onvoorbereid terrein (op een der uitloo-
pers van de Boerangrang) voorgekomen, waarbij wijlen den kapitein
vliegenier J. Engelbert van Bevervoorde den luitenant-vliege
nier K. Sneep als passagier meevoerde. Van beiden mocht ik ver
nemen, dat de landing met buitengewone snelheid uitgevoerd was
geworden. Dat beiden niet te pletter zijn geslagen geworden tegen
een steile afgraving, welke pas op het laatste oogenblik bemerkt
kon worden, was alleen te danken aan deze groote snelheid, die
het den bestuurder mogelijk maakte, door het toestel op te halen,
nog net even over den kant dezer afgraving heen te scheren.
Voorts werd mij nog medegedeeld, dat vanuit de hoogte een nabij
gelegen terrein eveneens zeer goed bruikbaar had geleken; bij na
dere verkenning bleek dit terrein geheel en al onbruikbaar te zijn,
daar het door groote slooten werd doorsneden, welke echter door
de begroeiing niet te onderscheiden waren geweest.
Ofschoon het toestel over den kop was gegaan en zware be
schadigingen had gekregen, waren bestuurder en passagier er toch
bijna zonder kleerscheuren afgekomen, doch beiden erkenden,
dat dit laatste meer aan geluk dan aan wijsheid te danken was ge
weest.
134