Het voorgaande moge als bewijs dienen, dat men in Indië van uit de hoogte over het algemeen zelden zal kunnen beoordeelen, of een terrein zich al of niet zal leenen voor een noodlanding. Het is daarom dan ook een levensbelang voor het personeel en materieel van de Ned.-Indische Vliegafdeeling, dat een voldoend aantal op veiligen afstand van elkaar gelegen noodlandingsterreinen een waarborg zullen geven, dat een vliegenier bij overlandvluchten in geval van nood niet meer te zoeken zal hebben, maar zeker weet, waar hij zijn toestel veilig kan neerzetten. In dien geest wordt hier bij de Vliegafdeeling dan ook reeds gehandeld. Voorts hoop ik, dat noodlandingen in Indiëalstotnutoetotdeuitzon- deringen zullen mogen blijven behooren, in tegenstelling met Hol land, waar noodlandingen, blijkens de berichten, nog aan de orde van den dag zijn. Hieronder volgt een berekening van den minimum veilige hoogte voor een vliegtuig tusschen twee landingsterreinen A en B, met de daarbij behoorende veilige zones; aangenomen wordt, dat atmosferi sche invloeden reeds in rekening zijn gebracht bij de bepaling van den kleinsten veiligen glijhoek x., voorts dat de hoogten van A en B boven den zeespiegel resp. a en b M. en hun onderlinge af stand c. M. is. Trekt men uit B een lijn, die hoek x. met de horizontaal maakt en de verticaal van A in D snijdt, en uit A een lijn, die een hoek x. met de horizontaal maakt en BD in C snijdt, dan is gemakke lijk in te zien, dat AC en BC de hypothenusen zullen vormen van twee rechthoekige driehoeken ACCi en BCC2, waarvan de op staande zijden respectievelijk de minimum veilige hoogten en de basen de stralen der veilige zones voor A en B voorstellen. C stelt het raakpunt voor der beide veilige zones, welke laatste men zich kan voorstellen als kegeloppervlakken met hun top naar bene den gericht en ontstaan door de omwenteling der lijnen AC enBC om een verticale as. De in de teekening getrokken cirkels stellen de horizontale projecties van de veilige zones voor, neergeslagen in het vlak van teekening, elk voor den schijnbaren horizon van de plaats zelve.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 141