Wordt deze wijze te omslachtig gevonden, dan zou zonder be zwaar het sluiten van het contract voor alle benoodigde artikelen aan de g.v.c., daarin bijgestaan door den kwartiermeester van het garnizoen, kunnen worden overgelaten. De goedkeuring op de te sluiten contracten berust bij den afdeelingscommandant, die zich ter zake door den gewestelijken intendant kan laten voorlichten. De bemoeienis van het Departement van Oorlog strekt zich niet verder uit dan tot het vaststellen van de L. V. en de menu's, op gemaakt naar vooraf aan te geven beginselen, welke, om aan de vergetelheid te worden ontrukt, in een Algemeene Order zouden zijn vast te leggen. Tarief 15 als voedingstarief vervalt echter. Het compagniesgewijze menagevoeren wordt afgeschaft en daarvoor komt, waar mogelijk, in de plaats het bataljons- of korpsgewijze menagevoeren, met één menage voor Europeanen en één menage voor Inlanders. De Amboineezen ontvangen eene gelijke voeding als de Inlanders; ook aan laatstgenoemden ware dagelijks een ration brood en een enkele maal 's weeks aardappelen te verstrekken. Bij de samenstelling van de menu's zal naar afwisseling zijn te streven, ter wijl daarop aan vruchten een ruime plaats dient te worden toegekend. Hiervoren is in hoofdtrekken aangegeven, op welke wijze n.m.m. het menagebeheer het best zou zijn te regelen. Wel zullen daaraan meerdere uitgaven verbonden zijn, door het verbouwen van keu kens, het creëeren van de betrekking van officieren van speciale diensten, enz:, doch geen verbetering is te krijgen, zonder in den zak te tasten, en waar men reeds op den goeden weg is, door den soldaat eene volledige landsvoeding te verzekeren, moet er naar worden gestreefd om een volkomen succes te verkrijgen. De dienst van korpskwartiermeester zal door de mij voorgestane regeling wellicht wat worden verzwaard, doch daar staat tegenover, dat het opmaken van de dagelijksche bons, vivresafrekeningen, enz. vervalt, zoodat zijn aan het Departement van Oorlog in te dienen periodiek eenvoudiger wordt. Ik hoop, dat deze bijdrage ook anderen, liefst troepenofficieren, aanleiding moge geven hunne denkbeelden uiteen te zetten, omdat wrijving van gedachten allicht nieuwe en betere gezichtspunten opent, welke er toe zouden kunnen leiden deze voor den soldaat zoo hoogst belangrijke aangelegenheid in de toekomst tot eene be vredigende oplossing te brengen. Weltevreden, December 1918. J. Luijmes, Kapitein der Intendance. 150

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 158