komt een onvoldoend voorgeschreven draagwijze, waardoor misschien gedurende geruimen tijd nabuurschap met een zakmes e d., wat ook al niet in 't voordeel van het kompas is. Het gevolg is dan ook, dat heel weinig naalden behoorlijk draaien. Herhaaldelijk is gebleken, dat men ondanks beter ware wellicht: door zijn kompas een aanmerkelijk foutief begrip had van de noord richting. Een algemeene eigenschap meestal prijzenswaard is, dat de gebruiker van een of ander voorwerp niet wil toegeven of ge- looven, dat het niet deugt De betrokken man kader schudde of tikte in vele gevallen dan ook net zoo lang met of tegen zijn kompas, tot het vrijwel dezelfde aanwijzing gaf als het mijne om daardoor te „bewijzen", dat zijn kompas toch goed was: liever nam hijzelf de schuld dan maar op zich. Verder is de middellijn vrij klein en in verband daarmee ëen ver deeling van den rand van minder dan 10 graden slechts lastig en onduidelijk. Een nauwkeuriger aflezing uit de vrije hand dan op 5 graden is onnoodig. Ik herinner mij niet, of het „model" kompas ook de veel voor komende miswijzing streep op 15° W. heeft; wel weet ik, dat ik meermalen uit den mond van gebruikers een beschouwing te hooren kreeg men vergete niet, dat velen van hen hun eerste militaire stappen in Europa deden over de correctie in verband met de mag netische miswijzing, waarvan zij een vaag begrip hadden. Dat die voor Indië voor een zakkompas niet in aanmerking kwam, wisten ze niet: nergens en door niemand was het hun geleerd. Nog een enkel woord, eer ik van het kompas afscheid neem. Zou het niet wenschelijk zijn voor officieren (onderluitenants) en voor onderofficieren-sectiecommandanten (ook voor hen, die slechts als zoodanig dienst doen) een kompas van grooter capaciteit voor te schrijven (voor laatstgenoemde categoriën in bruikleen)? B.v. een kompas, als de zakboussole van Marie (2) of nog beter, al mist deze de inrichting als hellingmeter van eerstgenoemde een gering bezwaar trouwens de oriëntieringsboussole Bézatd. Ik ben er van overtuigd, dat de terreinschetsen (3) er den gunstigen invloed van zouden ondervinden. Verder worden allerlei „akals" geleerd, die kunnen dienen bij ontstentenis van een kompas. Over die voor den nacht sprak ik reedsde meest praktische daarvan is op zich zelf nog het oriën- teeren op de maan, d.w.z. met het horloge en de belichting van de maan uitrekenen, waar de onzichbare zon op dat oogenbiik staat. Alleen zij men hiermee waarover dadelijk meer voor Indië zeer voorzichtig. Als verdere trucs herinner ik mij o.a. uit mijn Hollandsche (1) Eer. uitzondering vormen hierop de geweren, „wier schuld het als regel is, dat de eigenaar zoo slecht schiet". (2) In I. M. T 1909 of 1910. (3) Op welk onderwerp ik in een ander artikel uitvoerig hoop terug te komen. 152

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 162