den, bestaat uit 29 personen, waarvan 14 officieren-vliegeniers, de rest werklieden. De medegebrachte vliegtuigen zijn van het model Spad, Nieuport en Sopwith; de opleiding zal plaats hebben op het nieuwe vliegveld van het 2de luchtvaartbataljon te Kagamigahara. Intusschen vertrok in de eerste dagen van November j.l. eene af- deeling van 30 man, hoofdzakelijk technisch pesoneel naar Frank rijk om aldaar in de verschillende fabrieken de vliegtuigindustrie te bestudeeren. Het is niet. onwaarschijnlijk, dat de verschillende hierboven ge noemde commissies zullen trachten in Europa en Amerika de noodige vliegtuigen aan te koopen, nu deze door het eindigen van den oorlog wellicht voor een matigen prijs te koop zullen zijn. In de Staatscourant werd bekend gemaakt de oprichting van eene machinefabriek te Nagoya onder het ministerie van oorlog staande en bestemd in het bijzonder voor den aanbouw van motoren. De werkzaamheden aan de gebouwen zouden in de maand November aanvangen; verwacht wordt, dat de fabriek, waarvan de kosten van bouw en inrichting tusschen 3 en 5 millioen yen zullen be dragen, in 3 jaren zal zijn voltooid. Zullen deze en dergelijke oorlogsvoorbereidingen in Japan door het vooruitzicht op een volkerenbond onderbroken worden? Uerkort Saarperslag ouer 191S uan de hegerDereeniging, flïd. Preanger. Nadat 18 Maart in eene door een 50tal belangstellenden bijge woonde vergadering in beginsel tot oprichting eener Plaatselijke Afdeeling „Preanger" was besloten, had 15 Mei de oprichtings vergadering plaats, waarin de Heer P.L DE Gaaij Fortman in eene redevoering uitvoerig het doel en streven der Legervereeniging uiteenzette: zedelijke en maatschappelijke opheffing van den militair. Op voorstel van den Voorzitter van het Voorloopig Comité, den Heer E K.M. Pluim Mentz werd dit Comité gemachtigd, totdat na vast stelling van een Huishoudelijk Reglement een regelmatig bestuur kon worden gekozen, de leiding te houden en de noodige comité's te vormen ten einde zoo spoedig mogelijk den arbeid aan te vangen. Staande de vergadering werd ingeteekend aan maandelijksche bijdragen voor ruim 1003.'s jaars, en 560 aan giften voor eens. Reeds enkele dagen later waren deze bedragen aanzienlijk gestegen. Bijzondere vermelding verdienen de milde bijdragen, ieder van 1C00.van wijlen den Heer B. Streefland en van de Oliefabrieken „Insulinde". Verschillende Comité's, waarin ook niet-leden der Afdeeling zitting hadden, werden opgericht: 165

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1919 | | pagina 175